Alles wat leeft heeft een eigen verhaal met een start, een midden en een einde. “Waar het ene leven ophoudt, begint het volgende, in de eeuwige cyclus van de natuur.”

Dit boek bundelt 48 cycli uit de natuur. Ze zijn onderverdeeld in vier grote thema’s: dieren, planten en schimmels, de aarde en de ruimte. Je leert dat de larve van een libel tot 2 jaar in het water leeft vooraleer ze haar metamorfose ondergaat en wist je al hoe een paddenstoel haar sporen achterlaat? Voortaan als je een strandwandeling maakt weet je hoe al die goudkleurige korreltjes onder je voeten daar terecht zijn gekomen en naar de sterren kijken doe je vanaf nu niet meer zonder je af te vragen of je misschien een ‘rode reus’ ziet. De onderwerpen zijn met andere woorden zeer divers.

Elk onderwerp krijgt een inleidend tekstje zodat je precies weet wat het is. Dan krijg je aan de hand van tekeningen en tekstjes de cyclus voorgeschoteld. Om niet te verdwalen op de dubbele pagina’s krijgen ze nummertjes mee. Dat is nodig want de prenten staan niet altijd even logisch geordend. Het boek leent zich niet om in een ruk uit te lezen, het is eerder een opzoekboek of een boek dat je verspreid in de tijd in 48 cycli uitleest. Misschien iets dat de schrijfster kan verwerken in de BBC-kindertelevisie Cbeebies waarvoor ze eveneens scriptschrijver is?

Het kleurenpallet past precies bij het onderwerp dat besproken wordt, zelfs de achtergrondkleur sluit mooi aan bij het thema. De illustraties zijn gedetailleerd en hebben met de hulp van sporadische tekstballonnetjes een interactief karakter.

Een leuk weetjesboek voor jonge liefhebbers van alles wat leeft rondom hen.