Eigenlijk ben ik een flamingo

Marcus de worm droomt dat hij oog in oog komt te staan met een grote dikke vogel. Tot zijn grote schrik blijkt het geen droom te zijn. Gelukkig slaagt hij er met een kwinkslag in om de vogel, die Laurens heet, af te leiden, zodat die hem niet meteen opeet. In zijn overmoed om de vogel te plezieren stemt hij toe om mee te gaan naar Kenia. De vogel, een kip, vindt van zichzelf dat hij eigenlijk een flamingo is en hij wil niets liever dan zijn soortgenoten zien. Samen gaan ze op stap, maar Marcus moet zich constant in allerlei bochten wringen om niet opgegeten te worden door verschillende belagers. Marcus en Laurens zijn heel opgelucht wanneer ze uiteindelijk Kenia bereiken, maar beseffen geleidelijk aan dat ze toch ergens anders terecht gekomen zijn.

‘Eigenlijk ben ik een flamingo’ is een grappig boekje met heel mooie, kleurrijke en fantasievolle tekeningen. De tekst is zeer vlot geschreven, de vertaler verdient hiervoor echt een pluim. Het boekje is vertaald uit het Engels, waardoor ‘Het Kanaal’ ter sprake komt, misschien dient dit wel even verduidelijkt te worden voor jonge lezers. Zowel de illustraties als de tekst zitten vol humor, zo worden elektriciteitspalen bijvoorbeeld beschouwd als de Eiffeltoren en komt Marcus niet in Afrika terecht maar wel in de dierentuin. Aandachtige lezertjes voelen direct aan dat er iets niet helemaal klopt. De vindingrijkheid van de worm leidt soms tot hilarische situaties. Daarnaast komt het thema van het minderwaardigheidsgevoel duidelijk aan bod, maar gelukkig slaagt Marcus erin de kip zichzelf toch belangrijk te laten voelen. De zwart-witillustraties zijn eenvoudig maar spreken voor zich. Af en toe wordt ook rood gebruikt als accentkleur, waardoor de aandacht onmiddellijk getrokken wordt. Het is een heerlijk boekje om samen te lezen en te genieten van de tekeningen, iets oudere kinderen zullen het ook met veel plezier zelf lezen.