Een wonderprachtig dier
W-O-W, wat een huzarenstukje is dit!
Nee, een ander woord is er niet voor deze magnifieke poëziebundel met een dierengedicht voor elke dag van het jaar. Bij deze lofuitingen hoort uiteraard ook een dikke pluim voor de redactie van Uitgeverij Ploegsma, want na het overdonderende succes van Ik wou dat ik een vogel was – de eerste versie met 366 gedichten over de natuur – heeft zij wederom uitmuntend werk geleverd.
De uitdaging was niet min. Ook ditmaal vormden de illustraties uit de originele Engelstalige versie de leidraad voor de selectie van de 366 Nederlandstalige gedichten. Met andere woorden, de gedichten moesten dus niet alleen goed zijn maar ook bij de oorspronkelijke illustraties passen én ze mochten niet in de eerste bundel voorkomen.
Die drievoudige criteria noopten de redactie tot specifieke keuzes, maar boden ook de mogelijkheid om andere wegen te exploreren. Zo werden bijvoorbeeld de beroemde gedichten Als ik nou een hondje mag van Ted van Lieshout of Panda van Bette Westera niet weerhouden, al zou men die hier zeker mogen verwachten. Geen nood, het duo prijkt met verschillende gedichten in de lijst, samen met andere bekende hedendaagse dichters als Geert De Kockere, Imme Dros, Sjoerd Kuyper, Bart Moeyaert en Joke Van Leeuwen. We zien naast enkele anonieme werken ook oudere namen als Hieronymus van Alphen, J. Bernlef, Roland Jooris en Vasalis. Zelfs Guido Gezelle en Paul van Ostaijen zijn van de partij. En vele anderen, vaak minder gekende namen. Tot slot werden zes dichters via een poëziewedstrijd voor het publiek geselecteerd.
De kwaliteit van de poëziebundel is zonder meer voortreffelijk. Zo is dit werk ook een staalkaart van het beste uit de Nederlandstalige dierenpoëzie. Oké, hier en daar duikt misschien een wat minder gedicht op, maar alleen een kniesoor zal hier om malen. We ontmoeten trouwens een breed scala aan dieren, wel 157 (!) verschillende soorten, gaande van aaibare dieren als de hond, beer en olifant tot minder aaibare exemplaren als de bunzing, coyote en woelrat – ja, ook over hen wordt poëzie geschreven, prachtig toch?
Deze bundel reikt naar iedereen. Er is voor elk wat wils: of iemand nu 6, 16, 46 of 86 is; voor het eerst van poëzie wil proeven of net veel ervaring heeft – voor die laatste valt hier trouwens nog heel veel nieuws te ontdekken. Dit boek haalt dus alle (eventuele) obstakels en tussenschotten inzake poëzie weg, op een ongedwongen en genereuze wijze. Maar toegegeven, de auteurslijst is voor deze tijden op enkele uitzonderingen na wel erg wit. Wat de reden hiervan ook is, het zal ongetwijfeld kritische vragen over diversiteit en representatie in de literatuurwereld oproepen
Alle lof ook voor de Duitse illustratrice Britta Teckentrup. Haar 140 heerlijke illustraties nodigen eenieder uit tot wanderen in de wonderprachtige dierenwereld. De tijd zal even stilstaan, zo mooi is het er. Met haar collagestijl en gevarieerde kleurenpalet weet ze steeds de juiste sfeer te evoceren, of het nu de donkere nacht, het majestueuze woud of de broeierige savanne is. Het is ook verbluffend hoeveel reliëf ze in de habitats en luchten kan leggen. Haar beelden zijn nu eens krachtig en dynamisch, dan weer ingetogen en gevoelig. Ze roepen ook zintuigelijke sensaties op, alsof we de gure wind tot in onze botten voelen of de kolibrie als een helikoptertje in de lucht horen zoemen. Britta Teckentrup schenkt ons de pure poëzie van de natuur, zoals de duik van de ijsvogel of de trek van de kudde olifanten. Het zijn verstilde momenten vol betekenis. Het zijn die magische momenten waarnaar ook natuurfotografen streven. Veel van haar illustraties doen trouwens aan natuurfoto's denken. Ook het impressionisme lijkt soms een bron van inspiratie, zoals bij het wondermooie beeld van de eenzame hond bij de betoverende zonsondergang aan zee. Impressies van een wereld die niet helemaal de onze is.
Of we nu dagelijks een gedicht tot ons nemen of maar af en toe, of het nu voor een speciale gelegenheid is of gewoon zomaar; hoe we ons ook voelen of wat we ook zoeken ... deze wonderlijke poëziebundel wacht immer geduldig op ons.