Job is blij met zijn nieuwe hond. Hij moet een naam verzinnen voor de pup en noemt hem Joes. Joes moet nog veel leren: buiten plassen in plaats van in huis bijvoorbeeld en dat hij niet mag bijten. Hij begrijpt niet alles en doet af en toe iets wat niet mag. Gelukkig heeft Job veel geduld en soms komt Joes ook goed van pas, zoals wanneer Job zijn eten niet lekker vindt. En hoewel het opvoeden van een jonge hond en het verzorgen van een huisdier niet altijd even gemakkelijk is, worden het twee dikke vrienden die vrolijk samen spelen en heel veel pret beleven. Ondanks de beperkingen die het schrijven voor beginnende lezertjes met zich meebrengt, weet de auteur hier toch een leuk en herkenbaar verhaal neer te zetten. Het verhaal is verteld in acht korte hoofdstukjes die, naarmate het boek vordert, groeien van anderhalve tot drie bladzijden. Elke pagina met grootgedrukte tekst wordt afgewisseld door een kleurrijke, paginavullende illustratie waarop je meestal een aandoenlijk ogende Joes aantreft.