Een haas in maart

Op een dag in de lente maakt Haas een boswandeling. Als hij bij een open plek komt, ontmoet hij een meisje, Noortje Westenwind. Maar Noortje zweeft al heel vlug weg, hoger en hoger tot ze nog slechts een stip is in de verte. Haas kan alleen nog maar aan dat meisje denken en bespreekt zijn probleem met Wasbeer. Haas beseft al vlug dat hij zal moeten kunnen vliegen om Noortje te kunnen terugzien. Hij vraagt raad aan Uil. Haas oefent zoveel als hij kan, maar verder dan een zweverig gevoel komt hij niet. Hij valt zelfs uit een heel hoge boom. Als hij wat bijkomt, staat er iemand bij hem, een meisjeshaas. Door een misverstand noemt Haas haar Ook-Haas. Ook-Haas geeft Haas pardoes een kus. De verliefdheid slaat toe bij Haas en samen zweven ze dolgelukkig -en tot over hun lange oren verliefd- weg, samen voor altijd. 'Een haas in maart' biedt bijzondere illustraties maar is niet echt geschikt als prentenboek voor kleuters. De taal is erg poëtisch en abstract en het einde is te wazig en te onbestemd om te kunnen aanspreken. Neem nu een tekst als "Het was een echte lentedag. Zo'n dag met een goed humeur en gratis mooi weer. Haas besloot een boswandeling te maken. Hij nam een rugzakje vol goede moed mee, voor onderweg. Haas zette de ene voet voor de andere, zonder te weten waar dat toe zou leiden. In zijn hoofd zong een liedje dat er maar niet uit wilde. De woorden kon hij zich niet herinneren, of misschien had hij ze nooit geweten. Haas liep zijn neus achterna en snoof de lentegeuren op." Dit is voor kleuters nogal moeilijk, misschien zelfs verwarrend. De rol van Noortje Wenstenwind is ook niet erg duidelijk. Ze lijkt een hoofdrol te gaan spelen, maar verdwijnt dan plots volledig van het toneel. Ze lijkt wel een soort abstractie te zijn van het ontwaken van een bepaalde emotie (verliefdheid) bij Haas. Maar daar hebben kinderen geen boodschap aan...