Dwaalgast

Tijdens de zomervakantie helpt Rosie haar vriend Tijmen met de verzorging van de roofvogels van een valkeniersshow in het kasteel. Als ze er aankomt, blijkt Jutta er al te zijn, een meisje dat erg goed met roofvogels weet om te gaan. Rosie is jaloers, maar voelt tegelijkertijd ook sympathie voor Jutta. Enkele eeuwen daarvoor vecht jonkvrouwe Alisoen op dezelfde plek voor haar vrijheid en haar geliefde. Ze doet er alles aan om te voorkomen dat ze uitgehuwelijkt wordt aan Graaf Riemer, want ze heeft haar hart verloren aan Falco, de jonge valkenier. Afgezien van het feit dat dit dubbelverhaal zich in hetzelfde kasteel afspeelt, hebben beide verhalen weinig met elkaar gemeen, al hebben zowel Rosie als Alisoen wat met roofvogels en hebben ze allebei problemen in de liefde. Alisoen vecht voor haar liefde, maar vindt geen gehoor; Rosie daarentegen krijgt uiteindelijk begrip voor Jutta. Bij Alisoen krijg je geen happy end, voor Rosie kan het allemaal nog goed komen. Beide verhalen hebben een open einde. Vooral onervaren lezers zullen wat op hun honger blijven zitten, omdat de losse eindjes niet opgevuld worden. Over een aantal dingen wordt nogal snel heen gegaan, misschien had het allemaal wat meer uitgediept kunnen worden. De verhalen worden afwisselend, maar in chronologische volgorde, verteld, en deze alternatie van heden en verleden zet je aan tot verder lezen. Al bij al zorgt dit boek voor een aangenaam tijdverdrijf zonder pretentie op een luie namiddag. Niet minder, maar zeker ook niet meer.