Dup vangt een staart

Dup is het beu om altijd met zijn moeder mee te moeten naar oma. Na wat zeuren mag hij een dagje thuis blijven in hun appartement. Zijn blijdschap slaat al snel om in angst. Wanneer hij beneden de post gaat halen merkt hij een aantal verdachte figuren op. De deur van het flatgebouw valt achter hem dicht. Hij belt hier en daar aan, maar niemand wil opendoen. Gelukkig ziet hij iemand langs de garage binnengaan. Dup kan nog net mee binnen glippen. Wanneer hij terug boven komt, staat de deur van zijn flat open. Met bonzend hart gaat hij binnen en treft er een struise man aan die cola zit te drinken op de keukenvloer. Het blijkt een man die de elektriciteit komt opmeten. Dup neemt hem in vertrouwen en vertelt over de verdachte personen. Wanneer er wordt gebeld, doet Dup open en is het inderdaad die verdachte man die voor hem staat. De Staart, zoals die man genoemd wordt, overmeestert Dup en de elektriciteitsman. Dup vertelt hem waar het geld ligt. Op dat moment komt de griezel van het flatgebouw binnen en eist zijn deel op. Er ontstaat verwarring. Uiteindelijk kunnen Dub en de elektriciteitsman zich dan toch bevrijden en samen overmeesteren ze de boef.
Met een onwaarschijnlijk verhaal en een verwarde plot is het moeilijk een spannend verhaal op te bouwen. De personages zijn heel stereotiep beschreven. Het geheel heeft bijzonder weinig te bieden.