Driedelig paard

In zijn nieuwe dichtbundel ging Ted van Lieshout aan de slag met blokgedichten en beeldsonnetten. Hij goot verhalen in een strakke prozavorm en maakte er brieven van.
Zo is er een meisje dat een troostbrief schrijft naar haar oma, een jongen die in een brief bekent dat hij homo is, een opsporingsbrief naar een vermiste kabouter, … Het ene verhaal is absurdistisch, het andere eerder ontroerend.
Je kan het zo gek niet bedenken, of van Lieshout heeft er een brief over geschreven, of moeten we zeggen: een gedicht? Men zou zich kunnen afvragen of dit boek nog met recht en rede een dichtbundel genoemd kan worden, dan wel een verhalenbundel. Maar dat is iets wat iedere lezer voor zich mag uitmaken. Op zijn weblog tracht de auteur zelf de discussie aan te gaan met zijn lezers rond de vraag of een blokgedicht al dan niet een gedicht is.
Naast de blokgedichten werkte van Lieshout ook met beeldsonnetten; prenten die in de vorm van sonnetten gegoten zijn.
Beide aspecten van het boek – de blokgedichten en de beeldsonnetten - zorgen voor een geheel dat niet alleen prettig oogt, maar ook aangename lectuur is voor de meerwaardezoeker.