Dood door wc-papier

Benjamin Eppstein (Ben) probeert na de dood van zijn vader te voorkomen dat hij samen met zijn moeder het huis wordt uitgezet. Zijn vader was lang ziek. De ziekenhuiskosten moeten afbetaald worden, zijn moeder heeft een slecht betaald baantje in een restaurantje terwijl ze probeert haar studies als accountant af te ronden, de achterstallige huur stapelt zich op en op een dag trekt ook nog zijn dementerende grootvader bij hen in. Om geld in het laatje te brengen, zet Ben op school een lucratief handeltje in snoeprepen op, dat hem echter in de problemen brengt. Door deel te nemen aan allerlei online en schriftelijke wedstrijden - zijn grootste hobby - probeert hij de boel te redden. Hij hoopt snel eens een hoofdprijs in de wacht te slepen, maar dat lukt niet echt.
Ben is creatief in het verzinnen van oplossingen, maar het is best wel moeilijk om te blijven geloven dat de problemen ooit opgelost geraken. Hij uit zijn verzuchtingen in een aantal brieven die hij stuurt naar TopTissue Toiletpapier bv. Het eerste dat uit hun huishouden verdween toen de geldproblemen kwamen, was namelijk het zachte luxe toiletpapier. Gelukkig wordt hij omringd door een heleboel mensen die met hem meeleven en hem elk op hun eigen manier proberen te helpen: zijn beste vriend Spijker en diens vader, de buurvrouw die lekker eten brengt, zijn opa die heel vergeetachtig is, zijn moeder uiteraard en zelfs de toiletpapierfabrikant die hem op zijn brieven antwoordt en toiletpapier toestuurt. Maar wordt het ooit echt beter nu er op hun voordeur een huisuitzettingsbevel hangt.
Het verhaal is luchtig verteld in de ik-vorm vanuit het oogpunt van Benjamin. Er zitten werkelijk hilarische passages in, hoewel de situatie van dit kleine gezin schrijnend is. Tegelijk weet Ben de lezer te vertederen door zijn ongelooflijke gedrevenheid en niet-aflatende hoop. De toon is niet altijd gepast voor de situatie. Zelfs wanneer Bens goudvis omkomt doordat opa – zich van geen kwaad bewust – het harde toiletpapier te weken heeft gelegd in het aquarium, is de situatie zo extreem voorgesteld dat je je als lezer ongemakkelijk afvraagt of dit nu om te lachen of om te huilen is. De personages zijn onvoldoende uitgediept met enkele clichés die net iets te vaak herhaald worden. Ook het happy end is wat onrealistisch: naast het feit dat er eindelijk eens een hoofdprijs in de wacht wordt gesleept, zou de moeder met het behalen van haar diploma meteen een goed betaalde job hebben. Origineel is dat elk hoofdstuk begint met een compleet nutteloos weetje in verband met toiletpapier. Achterin het boek staat de vertaling van vijftien Jiddische woorden die in het boek worden gebruikt.