Dierenpret

Vrolijke versjes over het leven op de boerderij

'Wat de boer niet kent, dat eet hij lekker niet.
Want eerlijk waar, hij lust alleen zijn eigen friet.
Hij eet wel kaas en ook wel verse pap.
Verder drinkt hij melk en soms wat wortelsap.'

Dit vers klinkt op het eerste gezicht een beetje oubollig maar niets is minder waar: er zit veel variatie in dit ruime versjesboek en je ziet de bezongen dieren en hun verzorgers in al hun eenvoud zo voor je uit paraderen. Dit versjesboek over de vele dieren die de boerderij bevolken, is heel taalrijk in beeld gebracht. Omringd door kleurrijke en helder geschilderde protagonisten, komen tekst en beeld mooi samen. De dertien gedichten op rijm vertellen en bezingen hoe fijn dat het er wonen is, tot de muisjes toe. Per pagina is er een gedicht dat omkaderd is door de heel aanwezige dieren die hun plaats op de boerderij weten. Ook de liefde van de mens voor alle dieren komt in dit boek mooi aan bod. Elk dier krijgt zijn eigen karakter in het gedicht. Soms is een gedicht iets te lang, maar het zijn in elk geval geen goedkope rijmen. Dikwijls wekken ze 'lachjes' op zoals in het ‘Knappe knaagdier’. En soms doen ze je nadenken — over voedsel bijvoorbeeld, zoals het gedichtje 'Mijn eigen groente'. Een tof versjesboek dat kinderen op een plezierige manier leert kennismaken met de dieren op de boerderij, hun nut en de ‘rijkdom' die ze uitstralen door hun aanwezigheid. Een pareltje met veel diversiteit in de versjes. De cover oogt wat flets maar de binnenkant stelt niet teleur.