De walnotenkraker

In 'De walnotenkraker' maken we kennis met een bijzondere jongen: Bruno. Bruno houdt van alles wat met een B begint. Maar ja, Bruno heeft wel meer gekke gedachten. In het park maakt Bruno kennis met een vreemde man die een eigenaardig accent heeft. Het blijkt een Deense schipper te zijn. Bruno en de man worden vrienden. Bruno komt al snel te weten dat de broer van de schipper in de gevangenis zit wegens doodslag. De broer zou volgens de schipper niet horen vast te zitten aangezien hij zijn aanvaller doodde uit zelfverdediging. Een gerechtelijke dwaling dus. Bruno bedenkt een plan om de broer te bevrijden. Hiervoor moet hij de stad in. Hier komt hij nog meer vreemde figuren tegen, zoals een Chinees met een winkel waar je de gekste spuullen kunt vinden. Die winkel ligt vlak naast een bordeel. We lezen nogal expliciet welke impact dit op de schipper heeft. De schipper wordt hier buitengegooid omdat hij geen geld heeft voor een verwennerijtje, terwijl hij toch zo dol is op oesters (?)  Ik vraag me af wat de meerwaarde is van deze passages in een boek dat bedoeld is voor tienjarigen. Over het algemeen is het een volkomen ongeloofwaardig verhaal vol dwaze vondsten en misverstanden, te wijten aan het taal- en cultuurverschil tussen de personages.