De verschrikkelijke Meneer Gom heeft een plan

Dit boek wordt op de voorpagina door Andy Griffiths aanbevolen als “een fantastisch woordspel, heerlijk bizarre personages, belachelijke intriges en onuitputtelijke onzin”. Ik zou het zelf niet beter hebben kunnen samenvatten. Ik stel me hier alleen nog enkele vragen bij: “vindt iedereen het leuk om meer woordspelingen te lezen dan dat er van een verhaal te genieten valt?”, “is iedereen wel zo’n fan van bizarre personages?” en “prijzen we tegenwoordig ook al een boek aan omdat het belachelijke intriges heeft en samengesteld is uit onuitputtelijke onzin?”

Uit die korte bedenkingen van me kan de lezer van deze recensie misschien wel afleiden wat ik zelf van het boek vind. Lezers die houden van chaos, verschillende lettertypes, een massa absurde humor en weinig verhaal zullen bij dit boek zeker aan hun trekken komen. Lezers die daarentegen houden van wat diepgang, een logisch samenhangend verhaal en een overzichtelijke bladspiegel, laten dit boek beter dicht. Dat ik zelf tot deze tweede categorie behoor, zal niemand verbazen. Toch apprecieer ik de poging die de auteur doet om de lezer persoonlijk aan te spreken en te betrekken in het verhaal. Op zich is het plot over de verschrikkelijke meneer Gom die de lieve hond John wil vergiftigen, best nog te volgen. Jammer van alle bochten die worden genomen om vooral maar niets meer inhoudelijk hierover kwijt te moeten. De manier waarop Polly de hond John kan redden is absurd en ongeloofwaardig. Je onderdompelen en meeleven met dit verhaal is hierdoor onmogelijk.