De supernaturalist

Eoin Colfer is ook de auteur van Artemis Fowl. Ik heb van de Fowl-verhalen met volle teugen genoten, niet alleen van zijn fantastische avonturen, maar ook van de spitse dialogen, van de manier waarop de drie delen met veel vaart en fantasie geschreven waren. Misschien waren mijn verwachtingen te hoog gespannen, want in dit boek vind ik bijna niets terug van het vuur en de vaart van de Artemis Fowl-reeks. Even doorbijten, denk je dan, het zal wel komen. Niet dus, toch niet bij mij. De wees Kosmo Heuvel is het nieuwe hoofdpersonage in dit high-techavontuur. De veertienjarige jongen kan uit de klauwen van het weeshuis ontsnappen en staat er plots alleen voor. Heel zijn 14-jarige leven heeft hij in het weeshuis doorgebracht, hij heeft er geen idee van wat hem te wachten staat in de buitenwereld. Hij maakt kennis met de Supernaturalisten, met wie hij jacht maakt op de Parasieten, blauwe, iele wezens die het leven wegzuigen als iemand een ongeval heeft gehad. Maar al snel blijkt het allemaal veel verder te gaan. Ze komen in een gecompliceerd web van intriges en verraad terecht, waarbij ze nauwelijks nog weten wie of wat ze kunnen geloven, wat nu de waarheid is … Zeker in het begin mist het boek wat vaart. Natuurlijk moet de auteur Satellietstad beschrijven, moet hij het leven en de verhoudingen daar uit de doeken doen. Maar er gaat zo veel aandacht naar de omgeving dat de personages een beetje op de achtergrond blijven. Dat neemt niet weg dat dit boek goed geschreven is. Het leest vlot weg, het houdt je aangenaam bezig. Alleen, dat tikkeltje extra, dat een boek tot een echt goed boek maakt, ontbreekt. Naar mijn gevoelen teert men hier te veel op het succes van de Artemis Fowl-reeks. Jammer.