Dit is het tweede boekje in de 'Angels Unlimited'-reeks. Het verhaal is geschreven uit het standpunt van de ikpersoon, Mel Beeby, ooit een normale tiener, nu studente aan de Engelenacademie. Opnieuw moet ze op missie naar Londen, maar het is geen officiële opdracht van het Bureau van engelen die de aarde moeten beschermen. Samen met haar vrienden Lola en Reuben reist ze naar het Elizabethaanse tijdperk waar ze drie tieners moeten beschermen. Ze begrijpen echter niet wat er zo bijzonder is aan de zwarte Cat, rijkeluiszoon Nick en toneelspeler Chance, die hun brood verdienen door gokkers om de tuin leiden. Voor ze het beseffen is hun opdracht al voorbij, maar wanneer ze terugkeren, blijkt het een kosmische val te zijn. Een flinterdun boekje dat je door de levendige schrijfstijl in een mum van tijd uitgelezen hebt. Het verhaal is onderhoudend, maar het is niet duidelijk waar het naartoe gaat. Net als het hoofdpersonage, vraag je je meer dan eens af wat het doel van de missie zou kunnen zijn en of dit meer is dan gewoon maar een ‘engelenavontuur’. Door de vele doorzichtige hints heb je wel snel door dat de figuur van Chance naar William Shakespeare verwijst, wat in de ontknoping wordt bevestigd. De engelen weten Chance te redden en ervoor te zorgen dat Nick wordt afgevoerd naar de Tower vanwege een complot tegen het hof.