De Poppenspeler

Dit boek wordt voorgesteld als een poppenspel in vijf bedrijven. Eerst worden de spelers voorgesteld: het zijn geen poppen maar levende personen. Samen met echte marionetten spelen zij een luguber spel met elkaar. Alles speelt zich af in en om Praag. Alle spelers beroepen zich op de mythen en legende van het oude Bohemen. Die legenden worden vaak geciteerd in het boek. De hoofdpersoon is het meisje Milena. Zij woont bij haar Baba (oma) want haar vader stierf in zijn poppentheater (ongeluk of moord?) en haar moeder verdween dezelfde dag. Milena gelooft echter rotsvast dat ze nog leeft. Dan zijn er nog Lukas, de boezemvriend van Milena, de twee tantes Tereza en Katerina en natuurlijk de Poppenspeler en zijn trawanten. Het verhaal begint bij de griezelige ontmoeting tussen Milena en de Poppenspeler. Hij komt voor het eerst optreden in Praag. Het is meteen duidelijk dat zijn optreden dient als camouflage voor iets anders. Milena, haar moeder, Baba en de tantes zouden afstammelingen zijn van een oud koningshuis, dat volgens de legende geleid werd door ene koningin Libuse. De Poppenspeler waant zich een afstammeling van een figuur die in die tijd naast de macht greep. Bij hem draait alles om het herwinnen van macht. Hij hypnotiseert mensen en maakt ze tot gewillige marionetten voor zijn heerszucht. Maar in het verleden waren het de vrouwen die de erfenis van Libuse veilig stelden en dat gaat ook in dit verhaal gebeuren. De tantes kennen heel wat van kruiden en ook een beetje van magie. En Milena is sterk en kan met een beetje kruidenhulp weerstaan aan de hypnose. Haar grote droom - het poppentheater van haar vader nieuw leven inblazen - komt dichterbij. Het is al heel vlug duidelijk dat de Poppenspeler de hand heeft in talrijke ontvoeringen in Tsjechië en al even snel kun je de afloop bedenken. En dat is niet het enige euvel van dit boek dat in concept heel wat mogelijkheden had. De verhaallijn is allesbehalve consequent, er komen onduidelijke plaatsbepalingen in voor en personen die er dan wel en het volgend ogenblik niet meer zijn. Op p. 173 bijvoorbeeld is Milena bij haar moeder en even later vraagt ze: 'Waar is mijn moeder?'. Het verhaal springt van de hak op de tak en moet het vaak hebben van opgeklopte spanning. De taal is ronduit zwak, wat ook aan de vertaling kan liggen. Er wordt overdreven en inadequaat gebruik gemaakt van bijvoeglijke naamwoorden, bijwoorden en werkwoorden bijvoorbeeld: een bevredigende stamper (van een bloem), een kasteel dat staat te sprankelen, een verrukkelijk konijn, sneeuw die uit de hemel tuimelt ... Verder verkeerd geplaatste bijzinnen, kreupele zinnen, foutieve woordkeuze: "Was je niet van plan iets te zeggen over dat het haar verjaardag was". 'Necromantie' (p. 117) wordt verklaard als 'waarzeggerij door dodenbezwering', het woordenboek zegt: 'opwekking van de doden'. Er is een verklarende woordenlijst maar die is zeer arbitrair. Tal van moeilijke of vreemde woorden worden niet opgenomen, bv. pièce de résistance, necromantie, menagerie ... Er is ook een (overbodige) leidraad voor de uitspraak van het Tsjechisch opgenomen en een korte uitleg over de marionettentraditie in Tsjechië. Ik zou dit boek willen kwalificeren als een slordige neerslag van een reis naar en een fascinatie voor Praag. De auteur is beroepshalve uitgeefster van kinderboeken. Ik hoop dat ze nauwkeuriger en kieskeuriger en vooral veeleisender is voor haar fonds dan voor haar eigen schrijfsels. Uitgevers in ons taalgebied moeten hun vertalers beter controleren.