Op de eerste pagina van dit boek stelt Mila, een uitgestorven mammoet uit de ijstijd, enkele gigantische dieren voor. De reuzewolf, de steppenwisent, de reuzengier enz. Achttien van die al dan niet lieve dieren passeren de revue. Ze krijgen allemaal een naam: de sabeltand tijger heet Stella de Ster, haar bijzonderheden worden over een dubbele pagina uitgesmeerd. Je leert hen kennen met al hun eigenaardigheden en de habitat waarin ze voorkwamen. Zoals de Doedicurus uit Bolivia met zijn spijkerstaart; een heel vreemde verschijning.

De tekstblokjes staan als het ware mooi rond elk afgebeeld dier gedrapeerd. Daardoor krijgen ze de juiste aandacht en zie je ze in verschillende gedaantes. Het laatste hoofdstuk is gewijd aan de Neanderthaler, één van de eerste mensachtigen.

Veel dieren zijn in een soort strepenkleed gestoken, wat ze soms heel mooi doen uitkomen, zoals de reuzenijsbeer, bijvoorbeeld (wit op wit): een kunstig plaatje. Andere dieren zijn dan weer nogal statisch en een beetje oubollig afgebeeld, zoals het reuzenhert. Maar al bij al is het een gevarieerd en boeiend boek geworden, ondersteund door een dino-expert/professor. Achteraan het boek vind je een mooi lijstje met IJstijdwoorden, zoals Holdoceen en klonen, die heel eenvoudig en kort uitgelegd worden. Je vindt er ook nog een register.

Een boek voor liefhebbers die graag in de tijd terugreizen en zich willen verdiepen in die vreemde wereld van uitgestorven dieren.