De kleine kerstkoning

Er wordt in dit grote prentenboek een loopje genomen met het echte kerstverhaal. Jezus wordt voorgesteld als 'een klein koninkje' dat hoog in de wolken woont. Hij had geen mama en geen papa. Ik dacht toch dat hij de zoon van God was. Het kleine koninkje gaat met zijn beschermengel Gabriël op zoek naar ouders. Als hij een vrouw op een ezeltje ziet, weet hij zeker dat zij écht een mama voor hem is. Het is volgens Gabriël echter nog te vroeg om nu al naar de aarde te gaan. Ze volgen de tocht van Maria en Jozef elke dag op de voet van boven in de wolken. In Bethlehem is heel veel volk en geen plaats in de herberg. De buik van Maria is intussen heel bol geworden. Als ze een stal gevonden hebben, besluiten Gabriël en het kleine koninkje dat het tijd is om te gaan. Langs de stralen van een ster glijdt hij naar beneden naar de kribbe. Maria en Jozef zijn heel blij. Dan komen de herders en de drie koningen op bezoek. Ze vinden het allemaal een bijzonder kindje.
Het is eigenaardig dat Maria wel een dikke buik heeft maar dat Jezus van buitenaf komt, waarna die dikke buik ook verdwenen is. Er zitten betwistbare kronkels in dit verhaal. Het is niet nodig om een verhaal dat uit zichzelf aanspreekt te vervormen om het eenvoudiger te maken. De illustraties zijn kleurrijk en eenvoudig. Maar geef mij maar de klassieke versie.