De jongen die graag katten tekende en andere verhalen

In deze verhalenbundel brengt Michael De Cock vijf verhalen samen met een Oosters tintje. De illustraties van Fatinha Ramos doen ze schitteren in warme kleuren en fijne, gestilleerde tekeningen. Op een vlotte ongedwongen manier vertelt de schrijver vijf universele verhalen. Het titelverhaal gaat over een jongen die in een behekste tempel moet overnachten, nadat hij weggestuurd is door een monnik omdat hij alleen maar katten tekende. Hij overwint zijn angsten en wordt een beroemd artiest. In een tweede verhaal ontfermt een oud vrouwtje zich over een kleine, gekwetse mus: ze zal rijkelijk beloond worden. Het voorlaatste verhaal is heel ontroerend, vooral door de verstillend mooie illustratie van de wenende vrouw die ingemetsteld zal worden in de toren. Drie broers bouwen een grote toren op een berg maar hij stort altijd in. Wanneer ze te horen krijgen dat ze een offer (in de vorm van een mens die als eerste de berg opkomt) moeten inmetselen, blijft de toren staan. Rozaefa, de meest geliefde, moet het offer brengen.

Heel eenvoudige, mooie, krachtige verhalen zijn hier samengebracht. Alleen is het een beetje jammer dat de oorsprong van de verhalen niet vermeld staat. Dé verdienste van het boek zijn wel de illustraties van Fatinha Ramos. De warme, oosterse kleuren geven de verhalen een magisch tintje.