De ijsfabriek
Andrej Zozokof woont in een bescheiden stulpje aan zee en droomt er van een ijsfabriek. Want reeds als kind was hij dol op ijs. Zijn eerste bescheiden pogingen in zijn keukentje worden een succes en zijn droom komt uit: een heuse ijsfabriek. En samen met die fabriek ook een aardige vrouw (tevens dol op ijs) en zeven zonen (allen dol op ijs). Maar hun achtste kind is een meisje, Mimetje, en zij is helemaal anders. Zij heeft een hekel aan ijs en heeft het altijd bitter koud. Ijsjes zijn niet aan haar besteed, tot op een dag Santino Vermicelli voor de deur staat met zijn vrolijke ijskarretje ... De lichte toon van dit warme verhaal doet je smelten voor de schoonheid van de liefde en de eenvoud van het leven. Groeneveld construeert met weinig woorden en veel fijnzinnige humor een origineel verhaal. Grote tijdssprongen houden de vaart erin en de onverwachte ontknoping geeft het een deugddoend happy end. De al even eenvoudige zwart-wittekeningen in luchtige lijnen en speelse arceringen sluiten hier perfect bij aan en verluchten het verhaal op gepaste wijze. Voorlezen aan kinderen vanaf zes, zelf lezen vanaf acht jaar.