De geheime tuin

De geheime tuin is een klassieker die zijn goede naam - ook in deze vertaling van Imme Dros - alle eer aandoet. Het is een boek dat je kan beleven met al je zintuigen. Je ziet, ruikt, voelt, proeft als het ware de plaatsen waar het boek zich afspeelt. India, de moestuin, het oude kasteel, de heide, de geheime tuin zelf…. De sfeer die het boek zo weet op te roepen is fantastisch en romantisch. Een heerlijke wereld om in weg te vluchten anno 2019. En tegelijk blijft dit ook zo eigentijds. Oorspronkelijk werd het boek geschreven als een leidraad voor de opvoeding van kinderen. En nog steeds zijn deze principes zo belangrijk. Zijn wijzelf en onze kinderen nog wel genoeg buiten? Zien kinderen hun eigen ouders voldoende doorheen de dag? Hoe gaan we om met arm en rijk? Met ziek en gezond? Het zet aan tot nadenken. Ik voelde een enorme drang om meer buiten te gaan leven en iets uit de geheime tuin naar de realiteit te brengen. En dat maakt een boek ook zo sterk: het blijft ook leven als je het hebt dichtgeslagen.

Het boek kent een mooie opbouw en verveelt op geen enkel moment. Als er iets tegenviel, dan was het voor mij de slotepisode. Deze is minder geloofwaardig en verhoogt ten onrechte het tempo van het boek een beetje. Maar vinden we het als lezer niet steeds jammer wanneer we afscheid moeten nemen van een fantasiewereld waarin we graag vertoefden?