De gebroken spiegel

Jonathan Coe, eigenlijk alleen bekend als auteur voor volwassenen, waagde zich dit keer ook aan een jeugdboek. Hij schreef het tijdens het werken aan zijn laatste roman, Expo 58. Een tussendoortje, en zo voelt het eigenlijk ook aan. Het boek telt slechts 80 pagina's.
Op een dag vindt Claire op een vuilnisbelt een stuk van een spiegel. Geïntrigeerd door de vorm, en door het feit dat de hemel blauw is in het spiegelbeeld terwijl het eigenlijk bewolkt is, neemt ze het ding mee naar huis. Daar blijkt ook dat de dingen die ze in het echt verafschuwt eigenlijk heel mooi zijn in de spiegel. Vanaf dat moment beslist ze om de spiegel altijd bij zich te dragen en telkens als ze de behoefte voelt om even te ontsnappen, kijkt ze erin. En dan - na een tijdssprong van twee jaar - ontmoet ze een jongen die zegt dat hij ook een stukje spiegel heeft.
Het boek dat Coe tussen het serieuzere werk door schreef, mist echt wel wat diepgang. Bij het begin wordt amper uitgewerkt waarom Claire precies de behoefte heeft om te ontsnappen aan haar leventje. Er wordt van de lezer heel wat inlevingsvermogen en interpretatie verwacht. Daarnaast is het boek, hoewel het op dat vlak veelbelovend start, echt stroef geschreven of vertaald. Het lijkt wel of de schrijver de hele tijd op de oppervlakte blijft, zowel op vlak van inhoud als wat betreft de talige uitwerking. Een teleurstelling op vele vlakken.