De eend, de dood en de tulp

Eend heeft al een tijdje in de gaten dat er iemand achter haar aan sluipt. "Ik ben de dood", stelt het knokige kereltje met een zwarte tulp in zijn hand zich voor. Eend schrikt. De dood verklaart zijn aanwezigheid door te zeggen dat hij altijd in de buurt is, voor het geval dat er iets gebeurt. En wat er een eend zoal kan overkomen, hoort eend eigenlijk liever niet. Toch vindt eend de dood best aardig. Ze gaan samen zwemmen, maar dat vindt de dood maar niets en eend warmt hem op. Zoiets heeft nog nooit iemand voor hem gedaan. Eend is blij dat ze de volgende dag nog leeft en ze wil wel iets spannends gaan doen. Ze klimmen in een boom en eend kijkt naar de vijver. Hij ligt er stilletjes en eenzaam bij zo zonder haar. Zou het ook zo zijn als ze dood zou zijn? Samen brengen ze de volgende weken door, steeds minder in de vijver, vaak stilletjes in het gras. Op een winternacht krijgt eend het zo koud dat ze de dood vraagt haar te warmen. Dan sterft eend en de dood moet afscheid van haar nemen. Zo is het leven... Een schitterend intens verhaal met eenvoudige beschouwingen over leven en doodgaan. Wat zou er kunnen gebeuren als je sterft? Hoe ziet de wereld er dan uit? Nadat eend van de schrik is bekomen, tasten beide figuren hun positie tegenover elkaar af en groeit er een bijzondere relatie. De dood wordt hier voorgesteld als een levensvriendelijk figuurtje, een metgezel die bij je blijft tot het einde. Hij heeft niets beangstigends, maar het is duidelijk dat angst om te sterven hem wezensvreemd is, terwijl eend aan niets anders meer kan denken. Wanneer de tijd dan gekomen is, speelt er zich een vreemde paradox af. Het is de dood die afscheid neemt, zorgzaam en sereen, maar toch niet helemaal onbewogen, hoewel sterven voor hem tenslotte heel gewoon is. De eenvoudige teksten worden geïllustreerd met minimalistische beelden. Op de ivoorkleurige bladzijden staan enkel de twee figuren afgebeeld. Eend staat stijf rechtop en haar oog vervat haar gehele wezen en gemoedsgesteldheid. De dood is een knekelman met holle ogen, maar gekleed in een geruite jas met handschoenen en pantoffels. Het zijn expressieve krijtillustraties in enkele sobere kleuren. De sfeer is warm, innig en troostrijk. In dit meesterwerk wordt op een eigenwijze manier en met een humoristisch trekje een moeilijk thema in een voor kinderen toegankelijke wereld geplaatst.