De dwergjes van Tuil

Dit boek is een gezamenlijke uitgave van de uitgeverijen Holland en Lemniscaat. De dwergjes verschenen voor het eerst in 1976 bij uitgeverij Holland. Met honderd zijn ze, de dwergjes van Tuil. Ze leven op de hei harmonieus samen met de bijen en de elfjes. De hoofdfiguur is de kleinste dwerg met de toepasselijke naam 'Kleine Pier van Tuil'. In 21 korte hoofdstukjes volg je de wederwaardigheden van de dwergjes. Dwergjes zijn dol op honing die ze uit de heidebloemen halen. Ze doen ook een soort winterslaap. Kleine Pier is een natuurvriend; hij observeert een vlinder die zich ontpopt en geeft haar de naam Daphne. Later gaat hij zich als een soort grootvader gedragen als Daphnes popjes uitkomen. Het laatste popje laat lang op zich wachten maar Pier waakt. En als de vlinder er eindelijk uitkomt, krijgt hij de naam Virgilius. Want eigenlijk zijn er 101 dwergen maar de honderdenéénste, Virgilius, is lang geleden op avontuur vertrokken. Pier kent hem alleen uit de vele verhalen die over hem de ronde doen. Maar aan het eind van dit boek duikt hij weer op. De verhaaltjes zijn afgeronde gehelen en kunnen apart voorgelezen worden. Ze zijn gezellig en ideaal om voor te lezen vanaf vijf jaar, zelf lezen kan vanaf zeven jaar. Een waardevolle heruitgave.