De dievenbende van Scipio

Om te ontsnappen aan de voogdij van hun tante Esther, vluchten de twaalfjarige Prosper en zijn broertje Bo van vijf naar Venetië. Daar worden ze in een kinderbende opgenomen en vinden een nieuwe thuis in een vervallen bioscoop. Hun leider is Scipio, de Dievenkoning, die komt en gaat wanneer hij wil. Om de kinderen van straat te houden, steelt hij waardevolle voorwerpen uit de rijke Venetiaanse paleizen, waarna de bende de buit aan een heler verkoopt. Maar behalve het risico dat hun verblijfplaats door de politie wordt ontdekt, moeten de twee broers ook rekening houden met privé-detective Victor die door hun tante is ingeschakeld. De schattige Bo wil ze graag in huis hebben, terwijl Prosper naar een internaat moet. Ergens halverwege het boek neemt het verhaal een plotse wending en begint er een spannend avontuur, wanneer de kinderen een opdracht van de mysterieuze ‘Conte’ aanvaarden om voor veel geld een al even bizar voorwerp te stelen. Ze moeten een houten vleugel weten te bemachtigen, die afkomstig blijkt te zijn van een verdwenen draaimolen. Hun dieventocht brengt hen naar het huis van de vriendelijke Ida Spavento en naar Isola Segreta, een geheim eiland waar zich de draaimolen bevindt met de wonderlijke eigenschap "van volwassenen kinderen en van kinderen volwassenen te maken". Het eerste deel van dit fantastische avonturenboek is realistisch en verhelderend en schetst de situatie van de ontheemde kinderen en hun verschillende karakters. Zo is er de eigenzinnige Wesp die van boeken houdt, de koppige Riccio en knutselaar Mosca met zijn bootje. Voor Bo lijkt alles een spelletje, terwijl Prosper alles op alles zet om niet van zijn broertje gescheiden te worden. Tenslotte is er de raadselachtige Scipio, met zijn verlangen volwassen te zijn en die gemaskerd en gekleed met cape en laarzen de kinderen onderhoudt. Toch blijft het vaag waarom de kinderen zich bij de bende hebben aangesloten en wat er juist met de ouders van Bo en Prosper is gebeurd, welke verhalen hun moeder over Venetië vertelde. Ook de andere figuren worden goed getekend en zijn vaak verrassend, de slechten blijken soms goed te zijn en omgekeerd. Het tweede deel is dan weer irreëel, maar wel erg spannend en origineel. Niets is meer wat het leek te zijn, de verhoudingen tussen de personages worden aan het wankelen gebracht, de mysteries stapelen zich op en geheimen worden één voor één ontraadseld. Is Scipio wel de Dievenkoning die hij beweert te zijn? Wie is de geheimzinnige Conte en waarom heeft hij zoveel geld over voor een op het eerste gezicht waardeloos stuk hout? Waarom is Ida bereid de kinderen te helpen terwijl ze tenslotte toch probeerden in haar huis in te breken? En kunnen ze speurneus Victor wel vertrouwen, die beloofde de kinderen niet te verraden? Wie leeft er nog op het door honden bewaakte Isola Segreta? Is de legende van de gestolen carrousel met zijn magische krachten waar? En het blijft afwachten of het de broers zal lukken bij elkaar te blijven. De verschillende verhaallijnen worden in korte hoofdstukken gevat. Hoewel het verhaal zich in het hedendaagse Venetië situeert, lijkt het zich eerder in een ver verleden af te spelen door de sprookjesachtige figuren: dievenkoning, graaf, weeskinderen... Uiteraard doet de historische locatie, Venetië, waar de tijd precies heeft stilgestaan, daar een schepje bovenop. De sfeer van de stad wordt op een boeiende manier tot leven gebracht. Een meeslepend magisch-realistisch verhaal met als rode draad het verlangen om volwassen en onafhankelijk te zijn, maar ook om opnieuw kind te kunnen zijn eens je volwassen bent. Tot op het einde blijft de spannning er in en het slot is verrassend, misschien iets te sprookjesachtig, hoewel het boek door de vlotte vertelstijl erg geloofwaardig overkomt. Enkele terugkerende pentekeningen sieren het boek. 'De dievenbende van Scipio' werd verfilmd en het boek werd heruitgegeven in een goedkope filmeditie met filmbeelden op de cover.