De bottentovenaar

Beeld je een donkere, duistere stad in, zo’n stad waar altijd een dichte mist boven lijkt te hangen. Een stad met modderige paadjes en een eeuwig stinkende rivier, bevolkt door ongewassen, ruw volk; een plek waar overleven een zware strijd vergt.. Zo’n stad is Urbs Umida, de Klamme Stad, de plek waar we het hoofdpersonage Timo aantreffen. Moeder gestorven, vader verdwenen na een moord waarvan hij verdacht wordt. Het leven van Timo gaat niet over rozen en zijn baantje bij een begrafenisondernemer - waken bij lijken - draagt niet echt bij tot veel levensvreugde. Gecombineerd met doden die tot leven gewekt worden door een bottentovenaar en zijn assistente, een gruwelijk monster in de kelder van een guur café en een ronddwalende moordenaar die zilveren appels als handtekening achterlaat, is het leven niet bepaald rooskleurig te noemen in de Klamme Stad. Met deze ingrediënten weet Fiona Higgins weer een verhaal op te bouwen dat boeit van begin tot eind. Ze heeft het in zich om een Dickensiaans sfeertje te scheppen en bouwt het geheel slim op door Timo’s dagboekfragmenten en de gluiperige krantenartikelen van de afschrikwekkende Deodonatus Snoad door het verhaal te verweven. Als lezer wil je weten hoe de botten tot leven worden gewekt, of Timo’s vader daadwerkelijk een moord gepleegd heeft en hoe het het allegaartje van sympathieke, edoch uitzonderlijke figuren zal vergaan, die Timo leert kennen. Niet alle vragen worden beantwoord en er blijkt zelfs een link te zijn met ‘Het Zwarte Geheimenboek’, het vorige boek van de auteur. Dat creëert nieuwsgierigheid naar het volgende boek, want ongetwijfeld gaan de levenslijnen van de hoofdpersonages uit deze twee boeken elkaar kruisen in een volgend verhaal. Wie houdt van geheimzinnigheid, gedrenkt in een saus van misdaad, slechte karakters, hard leven en oneerlijkheid, waarin karaktervolle, innemende personages hun weg proberen te vinden, weet dus welke boeken hij tot zich moet nemen. Avonturenverhalen met niveau: aanbevolen!