De aardbeienplukker

Jette woont met haar twee vriendinnen, Caro en Merle, op kamers. Hoewel ze totaal verschillend zijn, hebben ze het best leuk samen. Jette is de dochter van een schrijfster van misdaadromans, die rijk geworden is met haar boeken en die nu in een gerestaureerde molen op het platteland woont. Ze heeft wel wat moeite om haar dochter los te laten, ze mist haar ook. Jette wil zelfstandig zijn, ze neemt weinig aan van haar moeder, ook een minimum aan geld. Caro heeft een moeilijke jeugd gehad, ze komt uit een liefdeloos nest en als ze het lastig heeft, verwondt ze zichzelf. Nu is ze heel erg verliefd, maar ze wil haar vriendinnen niets meer vertellen over haar vriend, ze mogen hem ook niet zien. Merle is dierenrechtenactiviste, haar vrienden zijn allemaal alternatievelingen, ze vangt op hun kot ook regelmatig verwaarloosde beestjes op. In de streek wordt een moord gepleegd. Het slachtoffer is een jonge vrouw. Ze is met messteken gedood, beroofd van haar halskettinkje. Het jaar voordien waren er al twee jonge vrouwen op gelijkaardige wijze omgebracht, maar dat was in een andere streek. De dader werd niet gevonden. Na de eerste moord in de streek volgt een tweede: Caro. Natuurlijk zijn Jette en Merle enorm ontdaan. Jette zweert zelfs in het openbaar, op de rouwdienst, dat ze niet zal rusten voor de dader is gepakt. Als lezer kom je heel snel te weten wie die dader is, namelijk Georg, een jonge man die als seizoenarbeider werkt. Hij plukt aardbeien. Hij zoekt toenadering tot Jette en al snel worden ze verliefd op elkaar. Dat moet wel slecht aflopen... Het boek is zo opgebouwd dat je telkens vanuit een ander personage naar de gebeurtenissen kijkt: de drie meisjes, maar ook de moeder van Jette, de politieman die met de zaak belast is, en de dader. Zo wissel je om de één of twee bladzijden van perspectief. Dat maakt het boek heel afwisselend en het geeft ook veel mogelijkheden om de karakters uit te diepen. Georg, die goed op weg is om een seriemoordenaar te worden, is eigenlijk een zieke man. Ook hij is in zijn jeugd geknakt, vertrouwt niemand, maar is tegelijk heel erg op zoek naar liefde en affectie. Telkens als hij verliefd wordt, denkt hij de ware gevonden te hebben. Alleen, de meisjes moeten perfect beantwoorden aan zijn verwachtingen. Ze mogen niet te veel vragen stellen, of niet te intiem willen worden. Daarom gaat het ook telkens mis. Wanneer Georg merkt dat zijn perfecte vrouw toch niet honderd procent volmaakt is, breekt er iets in hem, hij gaat door het lint en vermoordt het meisje. Dit boek is niet echt een klassieke thriller, omdat je al snel de dader kent. Toch wordt de spanning opgebouwd, maar die is meer psychologisch van aard. De schrijfster slaagt er ook goed in geleidelijk het kluwen te ontwarren, de stukjes van de puzzel worden door de verschillende personages één na één op hun plaats geschoven. Het psychopatische karakter van Georg wordt ook heel goed getekend : zonder ook maar iets te vergoeilijken, beschrijft de auteur mooi hoe hij gevangen is in zijn eigen web, en eigenlijk niet aan zichzelf en zijn wanen kan ontsnappen. Kortom, een prima thriller met psychologische diepgang.