Buitenbeentjes. Op en in

Dit kartonboekje zou kunnen bijdragen tot de taalontwikkeling van peuters en kleuters. Ruimtebegrippen zoals 'op' en 'in' komen hier aan bod. Pagina's vol grappige diertjes, groot en klein, waarvan er telkens twee (of drie) afwijken van de rest. Het zijn net deze kleine verschillen die de kleuter moet zoeken. Het gaat om piepkleine details waaraan heel kleine kindjes zeker nog geen aandacht besteden. Neem nu de dubbele pagina met de rode krabben. Het antwoord op de eerste vraag is nog vrij eenvoudig: 'Wie staat op het heuveltje?' 'Wie is een beetje verdrietig omdat hij beneden staat?' is al moeilijker: de krab met een neer beneden gebogen streepje als mondje in plaats van een opkrullend. En de telkens terugkerende vraag 'En wie wil naar een feestje?' kan je alleen beantwoorden als je een piepklein vlinderdasje gezien hebt! Het zullen eerder drie- à vierjarigen zijn die de opdrachtjes snappen en niet de peuters van 30 maanden zoals op de achterflap staat. Maar dit neemt niet weg dat de illustraties schitterend zijn, vrolijk en doordacht. Voor de juiste doelgroep een erg geslaagd zoekboek!