Bram en het droomengeltje

Bram is net verhuisd van een flat in de stad naar een groot huis op het platteland. Hij vindt zijn slaapkamer prachtig want nu heeft hij plaats om zijn hele spoorlijn neer te leggen. Als Bram bijna in zijn bedje indommelt, hoort hij een getik op het raam. Hij is bang in die grote kamer waar het zo donker is, hij mist zijn kamertje in de flat waar er ook ‘s nachts licht van de straatlantaarn binnenscheen. De volgende nacht is het getik er weer, maar nu verschijnt er achter het gordijn één enorm oranje oog. Hij vlucht het bed van zijn ouders in. Het beschermengeltje Lot hoort zijn hulpkreet en daalt op een wolkje af naar de aarde. Ze zorgt ervoor dat de boer droomt over iets dat hij de nieuwe buren moet vertellen. Boer Jeroen moet Bram iets laten zien, ze gaan samen de zoldertrap op. Bram vindt dit best eng want misschien is het monster daar. Hij wil dapper zijn en ziet In het donker vier paar gloeiende ogen. In het volle licht van de zaklamp ontdekt Bram een prachtige uil met haar drie kuikens. De boer vertelt dat deze uil al jaren een nest onder het dak heeft en af en toe komt ze aan het raam gedag zeggen als ze op jacht gaat. Bram vindt de donzige uiltjes zo schattig en nu voelt hij zich eindelijk veilig.

Lucinda Riley, de bekende auteur van de serie “De zeven zussen” heeft nu samen met haar zoon Harry Whittaker een reeks voorleesboeken ontworpen waarin telkens een ander beschermengeltje verschijnt. In deze eerste uitgave verneem je dat er engelen bestaan die je te hulp komen. Dit klassieke thema, bang in het donker, krijgt een nieuwe dimensie met het droomengeltje. Welk kind droomt wel niet van engeltjes die hen beschermen. De ontknoping waarbij het monster een uil is met haar donzen kuikens is best origineel. Het hele verhaal is heel romantisch uitgewerkt en hierbij passen de lieftallige illustraties perfect bij. Het mooie zachte kleurgebruik accentueert de idyllische sfeer. De taferelen zijn klassiek getekend met statische stereotiepe figuren.

De schrijfster vertelt gedetailleerd, het kind kan de taferelen zich goed inbeelden. Ze neemt ook de ruimte om naast het verhaal, uitvoeriger in te gaan op bijvoorbeeld onze gedachten voor het inslapen of ze analyseert dromen. Dit is voor sommige kinderen niet helemaal te vatten en het vertelritme wordt hiermee afgeremd.

Dit lieflijk sterk geromantiseerd dromerig voorleesverhaal zal kinderen zeker aanspreken.