Boze drieling

Van bij het begin leest dit boek als een trein. Het taalgebruik is eenvoudig, de korte zinnen zijn aan het leesniveau van een 8-jarige aangepast. En toch word je vanaf de eerste pagina meegesleept. Paul Van Loon beheerst en bespeelt dit genre als geen ander. Dolfjes grootste angst wordt bewaarheid : mevrouw Krijtjes is terug! Maar ze heeft spijt over wat er allemaal gebeurd is en ze is heel lief geworden. Poeslief! Te lief? Opeens duiken er twee dames op die als twee druppels water op mevrouw Krijtjes lijken. En die trekken ’s nachts met een roeiboot naar het Weervolvenbos. Om te roeien? En wie is Loek? Noura vindt hem erg leuk en aantrekkelijk, maar Dolfje vertrouwt het allemaal niet. En dan verdwijnt iedereen : eerst Leo, daarna Opa Weerwolf, dan Noura … Zelfs Dolfje loopt in de val. En als ook Timmie en vader gevangen genomen worden, ziet het er wel heel slecht uit. Maar, net zoals in de vorige Dolfje-verhalen komt Mama weer net op tijd om iedereen uit de penarie te helpen. Dit verhaal stuwt volle kracht vooruit in 46 korte hoofdstukjes. De combinatie van griezel en humor werkt zeer goed. Bovendien steekt Paul van Loon de draak met heel wat rolpatronen en vooroordelen, wat het nog grappiger maakt. De illustraties van Hugo Van Look sluiten hier naadloos bij aan. Dit is pretentieloos amusement van de bovenste plank.