Bodo is de hele dag bezig. Hij gaat op bezoek bij zijn vriendjes en maakt muziek op zijn viool. Op een dag ziet Bodo hoe een grote kraan en graafmachines een weg maken dwars door het oerwoud. Dat kan toch niet! Wanneer Bodo dichterbij gaat kijken ziet hij dat er in het struikgewas een klein neusaapje zit te snikken. Het neusaapje, Titus, kan zijn ouders niet meer vinden omdat er een omheining langs de weg geplaatst werd. Die staat onder stroom en zijn ouders zijn aan de overzijde in het oerwoud. Bodo weet wel raad. Samen gaan ze naar Waka-Waka, de oerwoudheks. Prentenboek uit de reeks over Bodo. De illustraties zijn fijn en hedendaags. De tekst is goed verstaanbaar, al gaat het over een wat moeilijker onderwerp als de ontginning van het regenwoud. Kleuters snappen de problematiek en leren dat ze respect moeten hebben voor de natuur.