Appie en opa

In dit prentenvoorleesboek staan twaalf korte verhalen over een opa en zijn kleinzoon. Ze beslaan telkens een dubbele pagina. Deze opa heeft veel geduld en nog meer fantasie. De rollen zijn vaak omgekeerd. Opa stelt gewild onnozele vragen en Appie mag hem dan graag verbeteren. Een voorbeeld: "Aan welke boom groeien boterhammen?" Maar deze opa kan nog veel meer: hij speelt voor clown, is goed in troosten, geeft verkeersles. Appie mag bij opa slapen in het grote bed. Opa vertelt, ze eten ijsjes, ze spelen met hun schaduw, gaan zwemmen, kijken naar tv en ze vertellen elkaar hun dromen. Appie heeft echt een superopa. De illustraties zijn kleurrijk en staan tussen de tekst maar ze doen iets teveel aan jeugdbladillustraties denken. Het jongetje Appie ziet er bijvoorbeeld uit als een aapje. De verhaaltjes zijn vaak louter momentopnames, situatieschetsen en maar matig grappig. Ze zijn dan ook voor een erg jong publiek bedoeld.