Als je dit leest, ben ik dood

Dit is het dagboek dat Sam (elf jaar) bijhield van 10 januari tot 12 april van hetzelfde jaar. Sam heeft leukemie en hij weet dat hij terminaal ziek is. Samen met Felix (dertien jaar), een lotgenoot, krijgt hij thuis les. Hij heeft Felix leren kennen in het ziekenhuis. De leerkracht moedigt hen onder andere aan om te schrijven. Felix is heel cynisch en moeilijk te motiveren. Hij heeft wel gekke ideëen en geeft rake opmerkingen. Sam schrijft niet alleen over wat hij ziet, voelt, denkt. Hij stelt ook een reeks "vragen waarop niemand antwoord geeft", zoals: "Waarom maakt God kinderen ziek?" en "Blijft de wereld gewoon bestaan als ik er niet meer ben?" Naast die lijst met vragen, maakt hij ook een lijst van dingen die hij nog absoluut wil doen, zoals naar beneden lopen op een omhooggaande roltrap, een tocht met een zeppelin maken, maar ook een stukje proeven van hoe het is om volwassen te worden. Hij slaagt erin zijn lijst af te werken, al vervangt hij een ruimtereis door ’s nachts in een boom te klimmen en naar de sterren te kijken. Hij maakt ook afscheidcadeautjes voor al diegenen die dicht bij hem waren en maakt een fiche waarop moet ingevuld hoe hij is gestorven. Tenslotte schrijft hij op wat hij wil dat er na zijn dood met hem gebeurt. Hij registreert haarfijn hoe volwassenen reageren en ziet en begrijpt dat zijn vader de realiteit probeert te ontvluchten. Het boek eindigt met Sams fiche en daarin lees je: "Sam stierf op 14 april, rustig in zijn slaap. Hij had geen pijn." Alhoewel het boek in kindertaal geschreven is, toont het zeer goed wat een zware opgave het is voor het kind om terminaal ziek te zijn en wat het betekent voor zijn omgeving die daarmee geconfronteerd wordt. Toch is de toon allesbehalve triest, het boek is zelfs af en toe grappig. Dit boek zou kinderen in dezelfde situatie wel eens echt kunnen helpen. De vragen die Sam zich stelt, gaan zeker ook door hun hoofd.