Als alles op zijn kop staat

Fien lacht voor drie. Haar ouders lachen niet. Wat voor bekken Fien ook trekt. Wat voor kunstjes ze ook doet. Ze doen maar alsof, van ‘haha’. Hun lach is op. Of hij is ergens achtergebleven, misschien in dat vreemde land waarover ze soms vertellen. Dit prachtige, beklijvende prentenboek met magnifiek mooie en sprekende illustraties van Jene Bons is het eerste prentenboek dat me een kippenvelmoment bezorgde. Al vanaf de tweede pagina doet schrijfster Evelien de Vlieger met een aantal rake en pakkende zinnen de aandachtige lezer stilstaan bij de boodschap die dit boek wil meegeven. ‘Als alles op zijn kop staat' handelt over ouders en hun druggebruik maar dan gezien door de ogen van hun kind. Het woordje 'alles' mag hier vrij letterlijk genomen worden. Een kind kan ondersteboven aan een klimrek hangen en dan staat de hele wereld op zijn kop. Dan wordt de gewone wereld een gekke en grappige maar vooral vreemde wereld. Iets anders is het echter als mama en papa’s hele wereld op zijn kop staat. Op een ontroerende manier werd dit, voor kinderen, bijzonder moeilijk uit te leggen thema toegankelijk gemaakt. Dit boek is een aanrader voor iedereen, en in het bijzonder voor mensen die met deze problematiek geconfronteerd worden. Ter illustratie een stukje uit het boek: “Waarom?” vraagt Fien nog een keer. Ze wil het hem horen zeggen. Ik kwam terug voor jou! Voor jou! “Zeg het dan!” “Voor jou!” schatert papa. “Voor jou!!”