Al zijn eendjes

“In een bos zat aan de rand van een vijver een eend. Onder de eend lag een ei en in dat ei zat een kuikentje. Natuurlijk woonde er in dit bos een vos. De vos had geen ei en ook geen kuikentje. De vos had honger. Grote honger! ...” Zo opent dit hilarische prentenboek, waarin niets verloopt zoals je zou verwachten. Een aanval op de eendenmama mislukt. Zij ontsnapt en Lodewijk, de vos, blijft achter met het ei. Maar net als hij er roerei van wil maken, verschijnt er uit het ei een allerliefst en vertederend kuiken. Lodewijk weet er geen raad mee en besluit het opeten uit te stellen tot het eendje, dat hij Oscar noemt, dik en rond zal zijn. Tijden verstrijken en Lodewijk en Oscar leven vreedzaam samen, terwijl Lodewijk voortdurend geplaagd wordt door een knorrende maag, wat voor Oscar één groot vraagteken is. Dan wordt Oscar verliefd op Emma, een mooi wijfjeseendje. Zou Lodewijk nu Emma opeten, of wachten tot de liefde over is? Maar ook het samenleven met de beide eenden verloopt allerbest. Tot Emma op een dag vijf eieren legt. Mmhh ... Is dit voor Lodewijk het begin van een rijkelijk eendenmenu? Het einde verklappen zou zonde zijn. Maar wees gerust, het bos zal nooit meer zijn als voorheen ... Een verrassend verhaal vol humor en warme gevoelens, dat flirt met traditionele waarden en herkenbare gedragingen. Het vermenselijkte karakter van de dieren zorgt voor een herkenbaarheid die je meevoert doorheen alle twijfels en uitgestelde daden. De kleurrijke prenten ogen prettig chaotisch. Een combinatie van groffe lijnvoeringen, brute inkleuringen en nonchalante collages, soms paginagroot en soms in onvervalste stripstijl, creëert een speels geheel. De tekst erbij is zeer uitvoerig. Soms versterkt het een het ander en vaak vullen zij elkaar aan. Humor en overdrijving zijn in beide rijkelijk aanwezig. Maar altijd zijn ze voldoende genuanceerd en verliezen zij de realiteit niet uit het oog.