Ahatani en het geheim van het oudste verhaal

Ur in Mesopotamië, derde millennium voor Chr. De elfjarige Ahatani is het hulpje van de hogepriesteres Enheduanna, de dochter van koning Sargon. Op een dag beklimt de jongen de ziggurat en ontdekt zo een complot. De verrader vertelt bij elke bijeenkomst een episode uit het verhaal van Gilgamesj, ooit koning van Uruk. Ahatani bemachtigt een kleitablet met een boodschap over het complot. De jongen wordt door de priester gevat, maar ontsnapt en leert lezen en schrijven. Met zijn vriend probeert hij de aanhangers van het complot tegen de hogepriesteres te ontmaskeren. Een boeiend, goed gestoffeerd verhaal in de ikpersoon over de oudste volkeren die het huidige Irak bewoonden: Sumeriërs en Akkadiërs. Centraal staat de oudste bekende auteur van de wereld, Enheduanna, een Akkadische prinses die tempelhymnen dichtte voor de godin Inanna. De stijl is wat clichématig: ‘prevelde ik’, ‘piepte ik’, ‘sliste hij weer’ (p. 70). Op het kaartje (p. 6) ontbreekt Akkad. Achterin staat een verklarende woordenlijst.