50 euro op zak

Rocky is verliefd op Felicia, zijn buurmeisje. Hij kent haar al van toen ze baby's waren. Toen haar mama stierf, kwam Felicia vaker, omdat Rocky's moeder haar mee opving. Haar vader stort zich op zijn werk en denkt er niet aan dat zijn dochter het lastig heeft zonder moeder om haar bij te staan in haar groei naar volwassenheid. Felicia is echter geen doetje. Ze is spontaan en vrolijk maar durft nogal veel om de aandacht te trekken. Wanneer ze Rocky kan overhalen om mee een ritje te maken met de gloednieuwe auto van haar vader gebeurt het onvermijdelijke. Felicia doet stoer en rijdt tegen een hek en de kastanjeboom op het schoolplein. Felicia is nu ook wel geschrokken en besluit niet meer naar huis terug te keren. Ze wil ineens meer over haar moeder te weten komen. Rocky wil haar niet volgen want hij weet dat zijn ouders doodongerust gaan zijn. Maar toch gaat hij met Felicia mee om haar te beschermen tegen verdere stommiteiten. Ze vluchten van Nederland naar Brugge, waar de tweelingszus van Felicia's mama woont. Die moet haar van naaldje tot draadje vertellen over haar moeder. Maar eer ze in Brugge aankomen verzeilen de twee in de raarste situaties. Het verhaal is wat onwaarschijnlijk. De domme dingen die Felicia uithaalt, worden niet bestraft. Je kan toch zomaar geen auto in de prak rijden en stelen in de supermarkt. Het is niet omdat je je ongelukkig voelt dat je zo te keer mag gaan. En ouders die dit alles met de mantel der liefde bedekken, vind ik ook niet normaal. De lezers vinden het zeker een stoer verhaal; het is ook beeldend geschreven alsof je alles van op de eerste rij beleeft.