Zwijgen is goudvis

Dit verhaal komt zeer traag op gang. In de eerste honderd bladzijden van het boek maken we vooral kennis met Tess, het hoofdpersonage. Tess is vijftien jaar en heeft altijd het gevoel gehad dat ze nergens bij hoort. Haar ouders doen erg veel moeite om Tess te stimuleren om 'normaal' te zijn. Het gaat zo ver dat Tess verhalen over haar vriendinnen verzint om haar ouders te plezieren. Tegelijk merk je ook hoeveel haar ouders om haar geven; je voelt dat Tess opgroeit in een warm gezin. Op school wordt Tess gepest. Ze heeft één vriendin, Isabel. Maar Isabel is vaak te veel in beslag genomen door de door haar gecreëerde fantasiewereld van trollen en elfen.

Op een bepaald moment ontdekt Tess echter dat ze een donorkind is. Dat haar vader niet haar echte vader blijkt te zijn, maakt veel in haar los. Tijdens een toneelstuk waarin ze onder druk van haar ouders meespeelt, klapt ze dicht. Ze is haar zinnetje vergeten en wanneer haar ‘vader’ daar kwaad om wordt, besluit ze om weg te lopen. Welgeteld 4 uur en 13 minuten blijft ze van huis weg. In die tijd koopt ze een zaklamp, in de vorm van een goudvis, die nog een grote rol zal spelen in dit verhaal.

Na het toneelstuk vervalt Tess in een langdurig stilzwijgen. Op dat moment krijgt het boek wat meer vaart en wordt de lezer ook geconfronteerd met de grotere thema’s in het boek. Vragen zoals: 'Wie ben ik?' en 'Hoe reageer ik?' zijn hierbij aan de orde. De reactie van Tess’ stilzwijgen blijft vreemd aandoen, maar is wel aanvaardbaar. We merken hoe alle gedachten in haar hoofd steeds meer duister worden en hoe ze meer en meer geobsedeerd wordt door de vraag wie haar echte vader is. Omdat Tess niet wil praten, raakt ze haar vriendin kwijt en barsten de pesterijen op school pas echt los. Haar ouders zijn ten einde raad. Enkel haar oma blijft rustig en is hierdoor een enorme steun voor Tess. Voor Tess zelf telt alleen de zoektocht naar haar vader. Ze bekijkt elke man op straat, op zoek naar gelijkenissen. Totdat ze haar nieuwe wiskundeleraar, meneer Richardson, ontmoet. Ze is ervan overtuigd dat hij haar biologische vader is.

Tijdens deze moeilijke periode klampt Tess zich vast aan meneer goudvis. In het hoofd van Tess spelen zich allerlei conversaties af tussen haar en de goudvis. Op deze manier kan de goudvis een tegenwicht bieden aan alle negatieve en absurde gedachten van Tess. De goudvis zorgt voor humor en sarcasme, maar bovenal ook voor wat realiteitszin. Wanneer Tess, ondanks haar stilzwijgen, bevriend wordt met de knappe zoon van meneer Richardson en tijdens haar speurtocht naar het leven van meneer Richardson met allerlei pijnlijke leugens geconfronteerd wordt, besluit ze dat het tijd is om weer te praten.