Zo vind je goud

Anna en haar Krokodil besluiten goud te zoeken. Maar dat vraagt enige voorbereiding: eerst een plan maken, zegt Krokodil. En omdat niemand mag weten wat ze van plan zijn, moeten ze hun geheime gezicht opzetten. Goud zou zwaar kunnen zijn, maar Anna beweert dat ze sterk genoeg is. Omdat goud altijd verstopt ligt, moeten ze een schatkaart hebben. Dus tekenen ze een schatkaart met een kruis waar de schat ligt. Na heel veel pogingen oppert Krokodil dat er ook onderwatergoud bestaat. Dat vraagt om een andere kaart met de vele gevaren onder water. Anna trekt een boot tevoorschijn en ze gaan de zee op, zich wel bewust van de vele gevaren, zeker als ook nog storm komt opzetten. Ze duiken midden in de storm de zee in. Op grote prenten zie je wat ze onder water zien. Helemaal op de bodem vinden ze een schip vol goud. Dan rijst de vraag: wat doen we ermee? Ze besluiten het te begraven, maar dan moeten ze opnieuw een schatkaart tekenen met een kruis erop. Ze verstoppen hun kaart bij het goud want dat is "de veiligste plek". Thuis gekomen zetten ze hun geheime gezicht af. Ze zijn blij want de schat is voor altijd van hen.
Het contrast tussen de voortvarende Anna en haar voorzichtige Krokodil maakt dit verhaal grappig. De problemen die Krokodil telkens opwerpt en de soms stuntelige oplossingen die ze samen bedenken, zullen zeker reacties oproepen bij de kinderen. Er zitten veel dialogen in het verhaal. Die staan in de tegenwoordige tijd, maar dan volgt er : 'zei Anna' of 'zei Krokodil'. Dat stoort bij het voorlezen en schept onnodige afstand. De illustraties zijn kleurrijk en expressief.