Weg

Dinar woont met zijn ouders en twee zusjes in Pristina. Het zijn Albanezen. Ze hebben er hun hele leven al gewoond. Maar van de ene dag op de andere stort hun wereld in. Servische soldaten vallen hun huis binnen en sleuren vader mee. Dinar kan gewoon niet vatten dat de buren en zijn beste vriend ineens hun vijanden geworden zijn. Zijn moeder besluit naar de boerderij van oom Riza te vluchten. Oom Riza staat ook op het punt te vluchten en neemt zoveel mogelijk familieleden mee op zijn tractor. Dinar vindt het verschrikkelijk dat hij niet weet wat er met zijn vader gebeurd is. Tijdens hun vlucht naar Macedonië worden ze niet gespaard van de aanblik van slachtingen, massagraven, verkrachtingen en ontsnappen ze nauwelijks aan de wreedheden van de Serviërs. Uitgehongerd, moe en totaal berooid, komen ze aan in een vluchtelingenkamp waar ze de nodige verzorging krijgen en op een vliegtuig worden gezet. Dinar komt met zijn familie in een asielcentrum in Nederland terecht. Zijn moeder kan het verlies van haar man niet meer aan en is neerslachtig en lusteloos. Dinar doet zijn best om te wennen aan de nieuwe taal, de school, de mensen. Hij sluit vriendschap met Arti, die al een tijdje in het asielcentrum woont. Ze zitten in de dezelfde klas en gaan naar dezelfde taalles. Wanneer de familie van Arti teruggestuurd wordt en dus geen asiel krijgt, beseft Dinar hoe belangrijk het is om te bewijzen dat hun leven echt in gevaar was in Kosovo. Dit levensechte verhaal beschrijft de wreedheden tijdens de oorlog in Kosovo. Het is zeker niet slecht dat er hierover kinderboeken verschijnen. Kinderen worden haast dagelijks op televisie met dergelijke oorlogssituaties en gruweldaden geconfronteerd. Als er over verteld wordt vanuit het standpunt van een leeftijdgenoot kunnen ze dit beter begrijpen en hopelijk ook meer begrip opbrengen voor de asielzoekers in ons land. Een aangrijpend verhaal dat, niettegenstaande de inhoud, toch makkelijk leest, met mooie zwart-witillustraties die zeer goed de sfeer weergeven.