Vrije val

Agave Kruijssen bracht een nieuw boek uit in de reeks Sprookverhalen. Eigenlijk gaat het om een herwerkte versie van een eerdere, gelijknamige publicatie uit 2005. 'Vrije val' is geen ridderverhaal zoals de meeste van Kruijssens boeken, maar een bewerking van de middeleeuwse Beatrijslegende. In dit mirakelverhaal neemt Maria de plaats in van de non Beatrijs wanneer die niet aan de lokroep van de wereld kan weerstaan en omwille van een jeugdliefde het klooster verlaat. Wanneer Beatrijs na jaren van zonde en ontbering terugkeert naar het klooster merkt ze dat niemand haar verdwijning heeft opgemerkt omdat Maria de hele tijd haar taken vervulde.
In 'Vrije val' worden de basisgegevens van de Middelnederlandse Marialegende behouden, maar het personage van Beatrijs en vooral haar belevenissen buiten het klooster die in het middeleeuwse verhaal helemaal niet aan bod komen, krijgen in deze moderne versie extra aandacht. Het hele verhaal wordt in de versie van Kruijssen ook verteld door Beatrijs zelf, die na haar terugkeer naar het klooster in een lange biecht haar hart lucht bij een bezoekende bisschop. Op deze manier hoopt ze een einde te kunnen maken aan haar vrije val en zich te bevrijden uit de neerwaartse spiraal die haar meesleurt in wanhoop en zonde.
Zoals steeds toont Agave Kruijssen veel  respect voor het oorspronkelijke verhaal, maar probeert ze ook om dit voor een hedendaags jongerenpubliek aantrekkelijk te maken. Belangrijk in haar werkwijze is de psychologische uitdieping van de personages. Precies deze combinatie maakt van 'Vrije val' een ambigu boek. Als middeleeuws Mariaverhaal zijn de handelingen van Beatrijs goed te begrijpen. Ook het feit dat haar geliefde zomaar van het toneel verdwijnt na de eerste verliefdheid past perfect in het verhaal, want is nodig om Beatrijs terug naar het klooster te brengen en de wonderlijke goedheid van Maria onder de aandacht te brengen. In Kruijssens versie komen diezelfde verhaalwendingen vaak geforceerd over. Denk bijvoorbeeld aan het feit dat Beatrijs op het einde haar twee zoontjes zomaar achterlaat om zelf haar oude ambt als kosteres in het klooster op te nemen. Dit klopt niet met de zorgzame liefde die ze eerder voor haar kinderen toonde. In Kruijssens bewerking werd Beatrijs veel te veel een volwaardig personage met een eigen wil en gevoelens om een dergelijke ontwikkeling geloofwaardig te laten overkomen.
Dit neemt niet weg dat Kruijssen er ook met 'Vrije val' in geslaagd is om een bekend, maar wellicht niet vaak meer gelezen, werk uit het Middelnederlandse erfgoed, toegankelijk en verteerbaar te maken voor een hedendaags publiek.