Verhalen uit de Heksenkeet. Een pittig soepje

Vier heksen wonen samen in De Heksenkeet. Sybil en haar poes Bliks wonen gelijkvloers. Ze is een kluns en bij haar gaan heel veel dingen fout. Luna woont met haar huisdier, de vleermuis Fladder, in de kelder. Ze houdt van mooie dingen; bij haar loopt alles gesmeerd en zij is gespecialiseerd in toverthee. Stella woont met haar poedel Troela op zolder; ze is niet aardig en maakt gemene grapjes. Op de eerste verdieping woont Lidwien. Ze leest graag maar ze heeft een heel lange nek en dat maakt haar verlegen.
Het verhaal begint met Sybil die soep maakt, daarbij nauwkeurig gadegeslagen door Bliks. Door een onverhoedse beweging stoot Bliks een flesje met rode vloeistof van het rek. Sybil schrikt en stoot de soepketel om en dan is er een knal en Bliks is weg. Maar Sybil ziet er ook anders uit: ze is nu half mens, half kat. De soep en het drankje zijn gemengd en dat zijn Sybil en Bliks ook. Ze maakt nieuwe soep om zich van Bliks te ontdoen, maar er verandert niets. Dan gaat ze beurtelings bij haar vriendinnen langs. Die proberen haar te onttoveren maar niets lukt. Ondertussen heeft Sybil ook voordelen ontdekt aan het half om half zijn. Aan het eind van het boek lijkt ze gewonnen voor een dubbelleven en heeft ze veel zin in kattenkwaad ... Hoe dat verder gaat lees je in deel 2 'Keet met bubbels'. 
Dit is een boek voor beginnende lezers met een echt leuk verhaal. Er zitten ook grappige dubbelzinnigheden in. Sybil vertelt dat ze graag vliegen en muizen eet, waarop Lidwien vraagt: "En spinnen?" (doe je dat ook?) "Ja, die ook", zegt Sybil. Of: 'een kopje krijgen' kan aaien betekenen maar ook 'een kopje thee'. Dergelijke vondsten verrijken een verhaal. De illustraties zijn zwierig en sluiten naadloos aan bij het verhaal. Een veelbelovend begin van een serie!