Sneeuwwitje breit een monster

Sneeuwwitje is een witte geit. Ze breit geitenwollen sokken voor iedereen. Maar op een dag wil ze "iets meer breien". Het worden hele geitjes, eerst kleine en dan alsmaar grotere. De geitjes glijden van de breipen. Dan komt mevrouw Schaap op bezoek. Zij vindt het maar "broddelwerk" wat Sneeuwwitje maakt en bovendien is breien met geitenwol "vragen om moeilijkheden". Sneeuwwitje breit alsmaar sneller en wordt steeds bozer terwijl mevrouw Schaap doorratelt. Er verschijnt een grote bruine wolf. De draad "is afgehecht voor ze er erg in heeft". De wolf verslindt mevrouw Schaap met huid en haar. Sneeuwwitje verstopt zich in de wolkast. Daar breit ze vlug een tijger die op zijn beurt de wolf verslindt. Terwijl de tijger voor de kast wacht op Sneeuwwitje zoekt zij in de kast naar "iets groots ... iets gevaarlijks" om te breien. Uit haar breipennen groeit "iets gevaarlijks ... een monster!". Maar nu denkt Sneeuwwitje goed na. Ze hecht niet af, ze duwt het monster uit de kast zonder het los te laten. En het monster doet wat van hem verwacht wordt: het verslindt de tijger. Dan begint Sneeuwwitje razendsnel haar breiwerken uit te halen: eerst het monster, dan de tijger en als laatste de wolf en dan komt een bibberende mevrouw Schaap tevoorschijn met veel 'sorry's' en ze prijst de ijzersterke geitenwol. Sneeuwwitje is tevreden en begint aan mals, groen gras te breien, denkt ze. Maar wat groeit er uit haar breinaalden ...?
Dit is een origineel, grappig, griezelig stapelverhaal over gevoelens en breien.