Robin en Bram zijn twee stoere broertjes. Op een dag blijken hun ouders plotseling verdwenen te zijn. Ze beseffen dat ze zichzelf moeten beredderen en besluiten wandelaars in het bos te beroven. Robin ervaart dat hij een prima rover is en heeft de smaak te pakken. Hij schakelt zijn broertje in en samen verzamelen ze een reuzenbuit. In het dorp doen ze hun boodschappen bij de kruidenier die geniepig de juwelen als betaalmiddel incasseert. Wat te verwachten viel, gebeurt: Robin  wordt ontmaskerd en komt in de gevangenis terecht. Als hij de politieman belooft de hele buit terug te geven en nooit meer te roven, komt hij weer vrij. Nu wordt het toch hoognodig dat ze op zoek gaan naar hun ouders. Rover denkt dat ze misschien wel in de caravan zijn, waar ze elk jaar aan zee de vakantie doorbrengen. Tijdens hun zoektocht beleven ze spannende avonturen. Uiteindelijk ontdekken ze dat hun ouders in de gevangenis zitten. Hun ouders waren erg ongerust en blijkbaar had de bewaker vergeten een brief aan de broertjes te bezorgen. De ouders hadden te weinig geld om voor hun kinderen te zorgen en hadden daarom enkele mensen beroofd. Het boek is lijvig, maar leest vlot en de spanning is goed opgebouwd door de vele avonturen. Het thema is dermate onrealistisch uitgewerkt dat ook een jonge lezer zich hierbij zal afvragen waarom de kinderen eerst gaan roven en dan pas na verscheidene dagen op zoek gaan naar hun ouders. En hoe kan het dat de ouders in de gevangenis er niet in slagen hun kinderen te verwittigen. Een jonge lezer zal zich eveneens vragen stellen over enkele onrealistische wendingen in dit script.