In het nieuwste boek van Kolet Janssen speelt God een belangrijke rol.
Anna wil het liefst zo weinig mogelijk opvallen. Nu ze na de scheiding alleen achterblijft met haar vader, die vooral met zichzelf bezig is, moet dat lukken. Met haar moeder wil ze niets meer te maken hebben en op school houdt ze zich niet bezig met vriendschappen sluiten. Tot ze op een dag een rare man tegenkomt met witte sportschoenen. Hij zegt dat hij God is en op zoek is naar een kaarsenwinkel om kaarsen te kopen voor Maria.
Op school laat Laurens haar niet met rust, hij probeert hardnekkig om haar vriend te worden.
En dan begint het te regenen. Niet zo maar een regenbui, maar dagen van hevige, plakkende regen die Anna's manier van denken beïnvloedt. Waar ze eerst weigerachtig stond tegenover een vriendschap met Laurens en contact met een gek die God beweert te zijn, gaat ze nu anders denken over haar situatie. Ook haar werkloze, wanhopige vader krijgt door God weer werklust. Stilaan slaat alles om en gaat geleidelijk aan, letterlijk en figuurlijk, de zon weer schijnen.
Kolet Janssen leverde met dit jeugdboek weer een pareltje af. Hoewel het verhaal een belangrijk fantastisch element bevat, God, blijft het steeds geloofwaardig. In een heel eigen, vlotte stijl vertelt Janssen Anna’s verhaal.
Een aanrader, ook voor ongelovige zielen!