Ophelia

Waar Franz Schubert in ver vervlogen tijden muziekgeschiedenis schreef, zo hebben Ingrid en Dieter Schubert al lang en breed hun plaatsje verdiend in de prentenboekengeschiedenis. Wie kent immers ‘Platvoetje’ en ‘Woeste Willem’ niet? Geen kind dat onbewogen blijft bij de belevenissen van het onhandige heksje of de stoere piraat, die uitgroeiden tot klassieke prentenboekenpersonages. Het zal u dan ook niet verbazen dat uw recensent, een groot kind zijnde, telkens weer in de wolken is als een nieuwe Schubert zich aandient. De verwachtingen waren ditmaal hooggespannen, want hun vorige exploot, het ietwat zweverige ‘Engel’ kon me niet meteen bekoren. De nieuwe verleidingspoging van de Schuberts gaat door het leven met de titel ‘Ophelia’ en verhaalt ons een opmerkelijke gebeurtenis in het leven van een alleraardigst nijlpaard, Ophelia genaamd. Op een mooie dag hoort ze immers haar vriend, krokodil Joppe, kreunen en steunen over vlinders in zijn buik. De verpleegster in Ophelia ontwaakt en gewapend met een dokterstasje vertrekt ze om hulp te verlenen. Onderweg komt ze diverse vrienden tegen die vragen wat er aan de hand is, zodat het ziektebeeld van Joppe zodanig opgeklopt wordt dat het arme dier er in hun wildste fantasieën zelfs het loodje bij neerlegt. Droefenis alom, totdat Ophelia samen met een springlevende Joppe ten tonele verschijnt en blijkt dat vlinders in de buik niet dodelijk, maar net prettig besmettelijk zijn! De Schuberts serveren de lezer een klassiek stapelverhaal, gelardeerd met hun immer prachtig gedetailleerde aquareltekeningen. Net die vertrouwde, sfeervolle prenten verdoezelen enkele zwakheden. Als volwassene weet je immers wat er met die vlinders bedoeld wordt, voor een jong kind is dat iets minder evident (alhoewel je het tegenwoordig met die vroegrijpe kinderen ook niet meer weet …). Bovendien is het niet iedereen gegeven om in de ietwat amorfe figuur die op diverse pagina’s bovenaan lijkt te zweven Joppe te herkennen in de fantasie van zijn dierenvrienden. Immers, pas op het einde blijkt Joppe een krokodil te zijn. Nu, ons wist Ophelia toch in te palmen; de besmettelijke vlinders deden dus blijkbaar hun werk!