Naar het ziekenhuis

Elle heeft een vreemde bobbel onder haar kin. De dokter vindt het ook vreemd, en stuurt haar naar de kinderarts. Die zegt dat ze naar het ziekenhuis moet, om de bobbel weg te laten halen. Maar niet meteen, pas als er plaats is. Het duurt een hele tijd voor de kinderarts belt. Emma schrikt van elke telefoon: ze wil niet naar het ziekenhuis, zelfs niet voor een piepkleine operatie, want dat doet pijn. Mama probeert haar gerust te stellen, maar Emma blijft wantrouwig. En niemand mag haar bobbel zien, niet op school, niet tijdens de vakantie ... Na de vakantie moet het gebeuren. Emma is bang, en als ze ’s nachts wakker wordt, probeert ze weg te sluipen. De verpleegster brengt haar snel terug naar bed. Emma merkt niet veel van de operatie, en het doet niet zoveel pijn. Ze mag na twee dagen al naar huis. Dagen in het ziekenhuis duren lang, maar dan komt er post van school. Als ze naar huis mag, krijgt ze extra cadeautjes van mama en papa. En nu het achter de rug is vertelt ze honderduit. Dit boekje beschrijft op een realistische manier hoe het eraan toe gaat in een ziekenhuis, en wat er allemaal bij een operatie komt kijken. Ik vind de keuze van de aandoening nogal verrassend – een fistel – maar Imme Dros kan dit kleurrijk en bevattelijk uitleggen, en het is iets dat kinderen wel zal fascineren. De tekst vind ik dit keer iets minder, de typische, grof gepenseelde illustraties van Harry Geelen daarentegen maken erg veel goed. Met enkele rake penseelstreken weet hij de gevoelswereld van Emma te vatten. Mooi.