Missen is moeilijk

Dit boek bundelt drie oudere verhalen, nl. 'Voor altijd, altijd' uit 1993, 'Echt weg is niet ver' uit 1993 en 'Die steeg van ons' uit 1995. Aangezien Bart Moeyaert een grote naam is in de jeugdliteratuur en deze verhalen al lang geleden verschenen, zal de uitgever gedacht hebben dat hier wel een publiek voor zou zijn. Vooraan in het boek staat vermeld "drie verhalen over de tijd na het afscheid". Dat klopt zeker voor de eerste twee. ’Voor altijd, altijd’ gaat over een klein meisje dat 's winters aan de schaatsvijver kennis maakt met een treurende vrouw. Het meisje is nog klein en snapt het allemaal niet goed, de vrouw is ook niet erg mededeelzaam. In de loop van het verhaal komt het meisje te weten dat de vrouw treurt om haar vorig jaar verdronken dochtertje. Ze raken verder in het boek toch aan de praat, over wat dood zijn nu eigenlijk is, en komen tot de conclusie dat er ook vrolijke liedjes moeten zijn. In ‘Echt weg is niet zo ver’ komen we in het gezin van Roos terecht. Daar is het niet zo leuk want papa brult altijd, dat komt omdat hij zo veel wijn drinkt. Op een dag is papa weg, hij gaat ergens naartoe waar ze hem gaan helpen om beter te worden. Mama is blij, maar Roos voelt zich heel raar. Ze doolt maar wat rond, speelt go-between in een opbloeiende idylle en door die confrontatie met jonge liefde en wat in het boek 'smachten' genoemd wordt, weet ze het: ze mist papa verschrikkelijk. Gelukkig is hij niet voor altijd weg ... In ‘Die steeg van ons’ gaat het niet zozeer over gemis, wel over tekort. Het hoofdpersonage is een meisje dat kan tapdansen en ze woont in een saaie steeg waar verder nauwelijks wat gebeurt. Maar dan komt er een jongen wonen, die kan zingen als een engel. Iedereen is er vol van! Op het eerstvolgende buurtfeest treedt hij op samen met het meisje, maar naar haar kijkt niemand, hij krijgt alle aandacht. Moeyaert kan toch wel heel goed schrijven. Deze verhalen zijn in heel eenvoudig Nederlands geschreven. Dit niveau kan een kind van het derde leerjaar aan. Ook de personages zijn jonge kinderen van een jaar of acht, negen. Om voor deze kinderen verhalen te maken met diepgang en humor, dat is geen sinecure. Bovendien zijn het ook niet de gemakkelijkste onderwerpen, waardoor er niet veel boeken zijn voor jonge kinderen waarin het gaat over gemis en verdriet. De boeken die er dan wel zijn, zijn vaak te serieus of te sentimenteel, valkuilen die Moeyaert moeiteloos omzeilt.