Lang leve Robin!

De boeken over 'Robin' mogen terecht voorleesklassiekers genoemd worden. Sjoerd Kuyper schiep met Robin een personage dat je meteen voor zich inneemt. Lang leve Robin is een verzamelbundel die aansluit bij het thema van de Nederlandse Kinderboekenweek 2016: 'opa’s en oma’s'. In veel van de verhalen (maar lang niet in allemaal) staat de warme band centraal tussen Robin en zijn opa, misschien wel zijn grootste vriend. Zijn opa leert hem onder meer wat verhalen zo bijzonder maakt: "Van verhalen kun je veel leren," zegt opa. "Wat dan?" "Over andere mensen. En als je veel verhalen kent over andere mensen, snap je die andere mensen beter en word je zelf een aardiger mens." Omdat Robin zoveel verhalen kent, is hij volgens zijn opa zo’n aardig mens, waarop Robin meteen reageert dat ook zijn opa een aardig mens is.

Dit aardig zijn voor elkaar typeert de relaties in de verhalen, en zorgt voor een sfeer van geborgenheid en warmte. Robin mag dan wel klein zijn, zijn ouders en grootouders betuttelen hem nooit. Ze nemen hem ernstig en bevestigen hem ook zoveel als ze kunnen. Ze gaan mee in zijn fantasie en als hij weer iets knaps heeft gezegd, reageren ze met "da’s waar". Het is dan ook niet verwonderlijk dat Robin zo vaak blij is, bijvoorbeeld als zijn papa met hem dicht, als hij een nieuw vriendje krijgt op school of als zijn opa hem een paar schaatsen cadeau geeft.

De verhalen gaan over heel diverse, maar altijd herkenbare gebeurtenissen uit het kleuterleven, van hutspot eten over nachtmerries en Sinterklaas tot jarig zijn. Verhalen maar ook liedjes en gedichten en ruimer cultuur zijn belangrijk voor Robin. In ‘Rembrandt’ leert opa Robin goed te kijken naar een schilderij, tot dat tot leven komt en hij er deel van gaat uitmaken. Maar ook taal prikkelt de verbeelding, wat zorgt voor kinderlijk poëtische uitspraken als: "Je bent zelf een raar mannetje, opa, want jij hebt wangetjes van rosbief." Het ene woord is ook het andere niet. Robin leert het verschil tussen jokken en verzinnen en zelfs tussen neuken en vrijen. En hij is een echte Wrombeer: als hij eenmaal begint met waarom-vragen, is hij niet te stoppen.

De illustraties van Marije Tolman versterken de gezellige sfeer. Robin in zijn onderbroek, knuffelend met een ijsbeer of vrolijk schaatsend met Knor (zijn knuffel) zijn onvergetelijk. De prenten zorgen ook voor eenheid in het boek. De schutbladen zijn gevuld met gekleurde papiersnippers die terugkomen als achtergrond voor de titels en als collages bij verschillende verhalen: nu eens als een jurk voor mama en dan weer als een warme deken. Hierdoor staan ze symbool voor het hele boek, dat een warme lappendeken biedt van verhalen om te koesteren.