Dit boek vertelt het vreemde, maar intrigerende verhaal van Wessel Kroonsz, een jongeman uit de zeventiende eeuw. Hij woont met zijn vader, moeder en twee zusjes in Amsterdam. Zacharias Kroonsz, zijn vader, is een gerespecteerde arts, die geobsedeerd raakt door leven en dood. Die obsessie kwam er door het overlijden van zijn vrouw en zijn dochtertjes. Hij begint te experimenteren met allerlei uitvindingen. Zo ontwerpt hij een kronoscoop, een soort klok die levenslijnen zichtbaar kan maken en levenslijnen kan verlengen. Als Wessel betrapt wordt op spijbelen, mag hij niet meer naar school en moet hij zijn vader assisteren bij zijn experimenten. Aanvankelijk offeren ze hiervoor duiven op, maar als Zacharias door de kronoscoop ontdekt dat hij over tien dagen zal sterven, komt alles in een stroomversnelling. De arts wil niet sterven en gaat heel ver in zijn experimenten. Zo moet Lykke, die dienstmeid waar Wessel verliefd op is, eraan geloven. Zacharias heeft er alles voor over om zijn doel te bereiken en wordt een harteloze en wereldvreemde man. Hij verbreekt zijn eigen levenslijn door een priem in zijn hart te steken, maar blijft leven, gevoelloos en haast machinaal. Voor Wessel breekt een harde tijd aan, met veel angsten voor zijn vader en het verdriet om Lykke. Zacharias doodt ook zijn zoon, maar is in staat om hem na 22 jaar terug te halen.
Doorheen het verhaal krijgen we flash-forwards naar 2013. Wessel leeft nog steeds en functioneert prima in deze moderne tijd. Hij hangt rond bij de school in zijn buurt en wordt verliefd op Pink. Zijn klasgenoot Bor, met wie hij niet zo'n goede relatie heeft, zal ook een belangrijke rol spelen in het verdere verhaal. Als lezer raak je geïntrigeerd door dit gegeven: hoe kan iemand zo lang leven? Stukje bij beetje wordt het verhaal vrijgegeven. Zowel Pink als Bor worden naar Wessels huis gelokt en zullen misbruikt worden om een einde te maken aan de wrede praktijken van arts Kroonsz.
Marco Kunst heeft op treffende wijze de verschillende tijden neergezet. Het contrast met de moderne tijd is groot maar ze blijven met elkaar verbonden door Wessel, die erin mee groeit. In het boek komen historische figuren aan bod, zoals Spinoza, Christiaan Huygens en Jan Swammerdam, een Nederlandse natuurwetenschapper. Je leert ook meer over de positie van de kerk in de Gouden Eeuw.
‘Kroonsz’ is een spannend boek dat wel wat leesvaardigheid vraagt. Door zijn gelaagdheid en de filosofische toets zal het niet voor iedereen even leesbaar zijn. Maar wie hier geen probleem mee heeft, kan genieten van prachtige zinnen als "De tijd is niet meer dan een hulpmiddel van de verbeelding" en nog veel meer.
De enige bedenking die je hebt, na het lezen van de ontknoping en de opluchting hierbij, is dat er nergens iets gezegd wordt over het feit dat de omgeving van Wessel, in de zeventiende eeuw, niet opmerkt dat hij en zijn vader niet ouder worden. Blijkbaar is dit, omwille van hun teruggetrokken leven, geen groot punt.
Een knap verhaal met veel diepgang dat je niet kan wegleggen als je eraan begonnen bent!