Julia's verdwijning

 Dit boek is een vervolg op 'Julia's reis'. Er wordt bij het begin van dit tweede deel verwezen naar de speciale gave waarover Julia beschikt. Toevallig heeft ze ontdekt dat ze door de tijd kan reizen. Maar Julia is niet de enige die dat weet. Een geheimzinnige vogelman weet het ook en besluit er samen met de gemene goochelaar Hoffman misbruik van te maken.
In beide boeken gaat het om kunst. Julia is niet alleen gek op tekenen, ze houdt ook van kunst. Haar opa is een kunstkenner en Julia gaat heel graag met hem op stap. In dit boek gaat Julia met opa naar een voorstelling van een beroemde goochelaar. Opa wordt ontvoerd en Julia wordt gechanteerd door de vogelman en Hoffman. Als ze haar opa ooit wil terugzien moet ze enkele schilderijen van Van Gogh kopen voor hij beroemd werd. Ze moet dus naar de jaren '80 van de 19e eeuw. Anders dan in het eerste boek waar ze door de eenvoudige aanraking van een schilderij naar de tijd waarin het gemaakt werd kon reizen, krijgt ze nu een tijdarmband mee die ze kan programmeren.
Julia komt bij Van Gogh terecht en leert de man en zijn eigenaardigheden kennen. Ze ziet hoe hij schildert en koopt drie doeken. Als ze terug wil, blijkt de armband niet correct af te stellen. Hoffman is dus toch niet zo knap als hij pretendeert te zijn. Julia komt wel thuis maar aan het begin van de 20e eeuw. Ze verstopt de schilderijen in een boom en probeert in haar tijd te raken. Maar de armband slaat nu pas echt tilt: hij sleurt Julia zigzag doorheen tijd en ruimte naar verschillende continenten. Zo komt ze bij Robinson Crusoe terecht op de dag voor Vrijdag aankomt. Zij krijgt de naam Donderdag. Daar ziet ze voor het eerst de verdwenen tijger van Hoffman. Het beest zal verder met haar door tijd en ruimte reizen. Daarna ontmoet ze Frida Kahlo in Mexico waar ze ook Diego Rivera leert kennen. Van de eerste helft van de 20e eeuw komt ze in het Japan van de 19e eeuw bij Katsushika Hokusai, schilder, houtsnijder en boekillustrator. Van Japan gaat het terug naar het 16e-eeuwse Rome bij Michelangelo (de enige zwakke schakel in het verhaal). Om dan uiteindelijk te belanden bij de man die alles weet over tijd en ruimte: Albert Einstein. Als er nog iets aan die losgeslagen armband te programmeren valt dan is Julia daar op de juiste plaats.
Ondertussen is in Julia's tijd bekend dat er uit drie verschillende musea drie schilderijen van Van Gogh verdwenen zijn. Zo weten Hoffman en de vogelman dat Julia de schilderijen wel in haar bezit heeft. Hoffmann, die ook zo'n armband heeft, besluit Julia achterna te gaan. De ontknoping is spannend.
Het eerste boek werd vergeleken met 'Alice in Wonderland' en met 'De wereld van Sofie', wat een heel rake typering is. Anders dan in het eerste boek hebben Julia's reizen niet alleen kunstenaars als bestemming. Hier komen ook een romanfiguur en een wetenschapper voor. De misdadigers geven het verhaal bijkomende spanning. Het anachronisme in Julia's kleding, haar mobiel ... en de reactie van sommige personages op dingen die Julia weet en die zij nog niet kunnen weten, is grappig.
Het boek eindigt met een lijst waarin de beroemde mensen die Julia ontmoet geduid worden en met afbeeldingen van een bekend werk van de kunstenaars en een foto van Einstein. Een spannend boek dat bovendien leerzaam is.